Betaalkaartenfraude stijgt door online betalingen

26 februari 2014 Banken.nl 2 min. leestijd
Meer nieuws over

De fraude met betaalkaarten in Europa is in 2012 voor het eerst in vier jaar toegenomen. Fraudeurs waren vooral online actief. Dat blijkt uit een rapport van de Europese Centrale Bank (ECB). De toename van de fraude met betaalkaarten wordt veroorzaakt door de stijging van internetaankopen.

Lichte stijging fraude

In 2012 ging van elke €2.635 die werd uitgegeven met bankpas of creditpas €1 verloren door fraude. Op het totale aantal transacties (ter waarde van €3.500 miljard), die er in de Europese betaalruimte (Europese Unie en de overige SEPA-landen Zwitserland, IJsland, Noorwegen, Liechtenstein en Monaco) via betaalkaarten plaatsvonden, bedroeg het frauduleuze aandeel 0,038% in 2012, tegenover 0,036% in 2011 en de piek van 0,050% in 2009, aldus de ECB.

Op lange termijn dalende trend

Uit het ECB rapport komt voor 2012 een fraudebedrag van €1,33 miljard naar voren. Dat betekent een toename van 14,8% tegenover het jaar ervoor. Toch betekent deze uitkomst in vergelijking met 2008 een daling van 9,3%, toen de waarde van de fraudetransacties een sprong van 17% kende. “We moeten waakzaam blijven, hoewel de fraude in de Europese betaalruimte lager is dan elders dankzij hogere veiligheidsnormen”, zegt Victor Constancio, vice-president van de ECB.

Stijging fraudegevallen bij internetaankopen

De ECB maakt onderscheid tussen fraudegevallen bij aankopen via internet, post en telefoon, betalingen aan de kassa(pinnen) en fraude bij geldautomaten. Zowat 60% van de fraude gebeurde bij betalingen via internet, telefoon of post. Een kwart van de fraude gebeurde via pinautomaten bij afrekenen aan de kassa. Een zesde van de fraude gebeurde bij de geldautomaten. Vooral de fraude bij betalingen via internet, telefoon of post vertoont een stijgende trend. De ECB wijst er echter op dat deze online betalingen stijgen met 15% tot 20% per jaar, terwijl de andere transacties slechts met 4% toenemen. De fraude is het hoogst in Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Luxemburg en het laagst in Roemenië, Hongarije en Litouwen.