Toezichthouders zetten regels omtrent verplicht risicocomité uiteen

14 juli 2022 Banken.nl 2 min. leestijd

“Beleggingsondernemingen met een balanstotaal van meer dan €100 miljoen hebben de verplichting om een risicocomité in te stellen”, waarschuwen de Autoriteit Financiële Markten en De Nederlandsche Bank. Vanwege de vele vragen die de toezichthouders hierover ontvangen voelen de toezichthouders zich genoodzaakt om nader in te gaan op deze verplichting.

Zo moet het risicocomité bestaan uit leden van het leidinggevend orgaan die geen uitvoerende functies hebben (bijvoorbeeld leden van de raad van commissarissen). Dit kan volgens de toezichthouders mogelijk betekenen dat een beleggingsonderneming een raad van commissarissen of een niet-uitvoerend bestuur moet instellen. De AFM en DNB kunnen zich de impact hiervan voor beleggingsondernemingen goed voorstellen, maar benadrukken dat zij geen discretionaire ruimte hebben om hier op andere manier invulling aan te geven.

Beleggingsondernemingen die de verplichting hebben om een risicocomité in te stellen, hebben (op basis van artikel 33 van de Investment Firm Regulation) ook de verplichting om een beloningscomité op te stellen. Ook dit orgaan – met de AFM als bevoegd toezichthouder – dient te bestaan uit niet-uitvoerende bestuurders.

Toezichthouders zetten regels omtrent verplicht risicocomité uiteen

In hetzelfde artikel van de IFR is echter expliciet opgenomen dat de beloningscommissie op groepsniveau ingesteld mag worden. Beleggingsondernemingen hebben dan geen verplichting om op het niveau van de beleggingsonderneming een beloningscommissie in te stellen wanneer deze op groepsniveau wordt ingericht.

Geen uitzonderingen

De AFM en DNB stellen toezicht te houden op de naleving van de verplichting om een risicocomité en een beloningscomité in te stellen. Van beleggingsondernemingen die nog niet aan deze verplichting voldoen, wordt verwacht dat zij dit zo spoedig mogelijk zullen aanpassen.

Het is volgens de toezichthouders aan de beleggingsondernemingen – en eventueel aan haar holding – om op een passende en proportionele wijze invulling te geven aan deze verplichtingen. De AFM en DNB stellen bereid te zijn om voldoende (juridisch) onderbouwde plannen voor het voldoen aan deze verplichtingen met de betreffende instellingen te bespreken. “Uitzonderingen worden niet gegeven”, aldus de toezichthouders.

Klik hier voor de volledige uitleg.