RaboResearch: ‘Energie-prijsplafond verstoort verduurzaming woningmarkt’
Waar de kosten vanwege de energiecrisis voor veel mensen flink zijn opgelopen, wrijven eigenaren van duurzame woningen in hun handen. Door de sterk gestegen energieprijzen liggen niet alleen de baten van woningverduurzaming voor het eerst hoger dan de kosten ervan, maar is ook de waarde van duurzame huizen flink gestegen ten opzichte van vergelijkbare niet-energiezuinige huizen.
Dat blijkt uit onderzoek van RaboResearch naar de financiële aspecten van woningverduurzaming. De economen waarschuwen echter dat het energie-prijsplafond de prikkel om te verduurzamen voor veel huishoudens verkleint. Het kabinet zou daarom beter rekening moeten houden met de verstorende werking van maatregelen die bedoeld zijn om de koopkracht te repareren.
“Voor de energiecrisis was een doorsnee huishouden in een doorsnee woning – qua type en oppervlakte – bij energielabel G maar €30 per maand meer kwijt aan energie dan bij label A”, legt Stefan Groot (woningmarkteconoom bij Rabobank) uit. “Voor de invoering van het prijsplafond was dat verschil opgelopen tot ruim €90 per maand, maar door dit prijsplafond is het verschil weer teruggebracht tot €50.”
Groot legt uit dat het verband tussen een energielabel en energieverbruik in de praktijk zwakker is dan in theorie, waardoor het terugverdienen van verduurzamingsmaatregelen via de energierekening niet altijd vanzelfsprekend was. Bij energiezuinige woningen zou het praktijkverbruik namelijk een stuk hoger liggen dan het theoretische verbruik, terwijl dat bij woningen met een slecht energielabel juist omgekeerd zou zijn.
“Met de huidige energieprijzen is het veel vaker rendabel om te verduurzamen”, stelt Rabobank-econoom echter. “Dit verklaart de toegenomen vraag naar energiezuinige woningen. Recent zijn de energieprijzen mede door de zachte winter weer wat gedaald. Als deze trend doorzet, zullen de financiële prikkels om te verduurzamen weer afnemen.”
Verduurzaming steeds belangrijker
De energiecrisis heeft niet alleen invloed op het rendement van verduurzamingsmaatregelen, maar ook op de aandacht die huishoudens hebben voor dit aspect van wonen. De crisis zorgt er namelijk voor dat huishoudens de hoogte van hun energierekening nu een stuk scherper op het netvlies hebben staan. Ook wordt het energielabel een steeds belangrijker aspect bij de aankoop van een huis.
De sterke toename in het rendement van verduurzamingsmaatregelen en de toegenomen aandacht van huizenkopers voor de duurzaamheid van woningen vormen volgens Groot de verklaring voor het feit dat het energielabel van woningen sterker dan in het verleden terug is te zien in de huizenprijzen.
Prijsplafond
Een belangrijk nadeel van het vanaf dit jaar ingevoerde prijsplafond voor energie is dat dit de baten van verduurzaming voor een flinke groep huishoudens weer heeft laten zakken tot onder de kosten, legt de woningmarkteconoom uit.
Daardoor werkt het prijsplafond volgens Groot verstorend. “Misschien dat een deel van de huishoudens met een verbruik onder de bovengrens van het prijsplafond er misschien alsnog voor kiest om de woning alvast te verduurzamen – gezien het tijdelijke karakter van dit prijsplafond of om bij te dragen aan milieu en klimaat. Maar andere huishoudens zullen de verduurzaming van hun woning wellicht uitstellen.”
Groot beargumenteert dat een lager energieverbruik juist een van de belangrijkste structurele oplossingen is voor de energiecrisis, omdat het onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen zou kunnen verminderen en daarmee bijdraagt aan de klimaatdoelstellingen.
“De btw op energie weer verhogen en de tijdelijke verlaging van de energiebelasting beëindigen vergroten juist de prikkel om te verduurzamen”, adviseert Groot tot Slot. “Maar alleen bij huishoudens met een hoog energieverbruik. Voorkomen dat beleid dat is gericht op koopkrachtreparatie de prikkels om te verduurzamen verstoort, blijft dan ook een belangrijk aandachtspunt voor het kabinet.”