Zuid-Europese banken komen in het nauw door de bedrijven aan wie zij kredieten verleend hebben. Dit stelt het Internationaal Monetair Fonds (IMF), op basis van haar rapport van afgelopen week over de internationale financiële situatie.
Er zijn veel organisaties in Zuid-Europa die niet kredietwaardig zijn aldus het IMF. De toezichthouder stelt dat in Portugal, Italië en Spanje, 50% van de leningen die de banken hebben uitgegeven, aan dergelijke noodlijdende organisaties is verstrekt. De hoge rente die deze bedrijven betalen is een belangrijke oorzaak van de problemen van deze bedrijven. Het IMF stelt dat, ongeacht die oorzaak, het afwachten is of het geld ooit terugkomt. Bij 20% van deze kredietnemers valt dat nog maar te bezien.
Kredietmarkt vastgeroest
De kredietmarkt zit al lange tijd vastgeroest in Zuid-Europa. Banken zien zich door de slechte betalingsmoraal van de kredietnemers genoodzaakt om financiële buffers op te bouwen. Als leningen al verstrekt worden, dan worden die tegen enorm strenge eisen afgesloten. Banken zijn vooralsnog zeer huiverig om krediet te verstrekken wat een negatieve invloed heeft op het economisch herstel. Ook schrijven de noodlijdende banken niet af op slechte leningen, waardoor er minder krediet verstrekt wordt aan bedrijven met potentie. De nadruk van deze zwakke banken op het versterken van buffers zal de winst en daarmee het toekomstig kapitaal drukken, aldus het IMF.
Welke Zuid- Europese banken dit betreft moet aan de hand van een test van de Europese Centrale Bank worden vastgesteld. Iedere bank in Europa zal getest worden. De schade die de Zuid-Europese banken kunnen oplopen ligt volgens het IMF in de miljarden, in totaal rond de 250 miljard.
Spanje zou naar schatting 100 miljard voor de kiezen krijgen, Italië 125 miljard en 20 miljard zou voor Portugal zijn. De aangehouden reserves van de banken in deze drie Zuid-Europese landen liggen echter veel lager. Italië en Portugal zouden te weinig reserves hebben om deze bedragen op te kunnen vangen. Italië zou 53 miljard tekort komen en Portugal 8 miljard.
Zuid-Europa
IMF onderzocht juist de banken in Zuid-Europa, aangezien daar, met name voor de crisistijd, veel meer ‘slechte leningen’ zijn verstrekt in vergelijking met het gezondere Noord-Europa. In Noord-Europa was er weinig beweging in het aantal slechte leningen te bespeuren in de afgelopen jaren.