Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) vindt dat de Europese Centrale Bank (ECB) harder moet ingrijpen om de kredietmarkt in Zuid-Europa weer op gang te krijgen, om zodoende de economie te kunnen laten herstellen.
Dat de Zuid-Europese banken het tijdens de crisis zwaarder te verduren hebben dan hun Noord-Europese tegenhangers is inmiddels een feit. Enerzijds ligt de rente in Zuid-Europa veel hoger dan in het Noorden, anderzijds hebben Zuid-Europese banken last van de hoeveelheid slechte leningen die zij hebben afgesloten, waardoor de kredietmarkt momenteel op slot zit.
Volgens het IMF vormt dit de grootste belemmering voor de economie om te kunnen herstellen van de crisis. De internationale toezichthouder is van mening dat de ECB de noodlijdende banken in Zuid-Europa moet ondersteunen door een impuls te geven aan de lokale kredietmarkt. Door in te grijpen zou de gehele markt kunnen profiteren. Reza Moghadam, topman van het IMF, spreekt zelfs over “rigoureuze oplossingen” die nodig zijn om het bedrijfsleven te voorzien van de benodigde kredietverstrekking.
Krediet
De Nederlandsche Bank (DNB) is het niet eens met het verzoek van het IMF. Klaas Knot, topman van DNB, geeft aan dat de hoge rentetarieven met name gelden voor krediet van banken aan het bedrijfsleven. Hij ziet juist een afname van financieringskwesties in de laatste paar maanden.
De renteverschillen zijn volgens de topman te wijten aan de risico’s die banken lopen op de verstrekte leningen aan organisaties in de Zuid-Europese regio. De risico’s in die landen worden nu eenmaal hoger ingeschaald. Knot vindt al met al niet dat de ECB nu moet ingrijpen en pleit juist voor een interventie van Zuid-Europese overheden of de Europese Investeringsbank.