Diverse banken worden in de aankomende weken op het matje geroepen bij de overheid in het Verenigd Koninkrijk. De banken zouden gesjoemeld hebben bij de gang naar de beurs van Royal Mail, het sinds 1969 geprivatiseerde en voormalig staatspostbedrijf van de UK. Bij de bewuste beursgang zou de berekende prijs voor de aandelen bewust veel te laag zijn ingezet door de bankiers.
UBS en Goldman Sachs
Royal Mail werd bij de beursgang bijgestaan door de banken UBS en Goldman Sachs, maar ook werknemers van andere Londense banken zoals Citi, JPMorgan, Deutsche Bank en Panmure Gordon zouden bij de zaak betrokken zijn. Bij de beursgang werd een prijs per aandeel gerekend van 330 pence. Deze prijs was bij een eerdere waardering van het postbedrijf als maximaal plafond aangegeven. Met die prijs zou Royal Mail een waarde hebben van £3,3 miljard. Na de beursgang bleek echter dat de aandelen enorm in waarde stegen – met maarliefst 38% – waardoor het postbedrijf eind vorige week in een klap £5,6 miljard waard werd.
Nog voordat de beursgang een feit was had Gert Zonneveld, Hoofd Research bij Panmure Gordon, een Britse broker en investment bank, berekend dat Royal Mail een waarde zou hebben van £4.5 miljard, een schatting die de regering in de UK wegwuifde. De dag na de beursgang had Royal Mail daardwerkelijk een waarde bereikt die dicht tegen deze schatting aanlag. Royal Mail had op dat moment een waarde van £4,55 miljard. Sterker nog, de analist voorspelde een verdere stijging van het aandeel naar 529 pence per aandeel.
JPMorgan
Saillant detail is ook dat JPMorgan, de bank die niet van de Royal Mail beursgang heeft kunnen profiteren, in het verleden een taxatie van Royal Mail had doorgevoerd. Het postbedrijf zou in die tijd zo’n £10 miljard pond waard zijn geweest.