Hoe ziet de bankensector er over pakweg 15 jaar uit? Nout Wellink, voormalig president van De Nederlandsche Bank, geeft in gesprek met KPMG Advisory partner Carola Steenmeijer zijn visie op onderwerpen als betalingsverkeer, kredietverlening en toezicht en trends als Bitcoins en crowdfunding.
Op de dag van het interview (2 december, red.) melden verschillende media dat web retailer Amazon pilots start om pakketjes af te leveren bij consumenten met drones. Het is niet helemaal zeker of het een serieus plan betreft of een marketinggrap, maar het is voor Wellink wel een van de talrijke signalen dat de wereld in hoog tempo verandert. “Veel bankiers realiseren zich dat niet voldoende. De financiële sector is vooral bezig om het verleden te verwerken en is maar beperkt prospectief bezig.”
Concreet wijst Wellink daarbij onder meer op de revolutie die gaande is in het betalingsverkeer. Een partij als PayPal groeit in dat betalingsverkeer al jaren als kool, maar ook andere partijen als WalMart – het grootste winkelbedrijf ter wereld – en het Chinese Ali Baba zien het als een belangrijk onderdeel van hun strategie. Wellink: “En kijk naar het Afrikaanse continent. Daar is de mobiele telefoon het centrum van het betalingsverkeer. Daar is nauwelijks nog een bank voor nodig.”
Rol van de bank
Je hoeft dan ook geen ziener te zijn om in te zien dat de rol van de bank in het betalingsverkeer marginaliseert. Wellink pleit ervoor dat banken in dat betalingsverkeer veel zichtbaarder worden. “Ik vergelijk het wel eens met de krant. Je kunt nu via NRC Handelsblad ook wijn kopen. Is dat de kern van wat de krant doet? Natuurlijk niet, maar het draagt er wel aan bij dat de krant zichtbaar blijft voor de consument. Iets dergelijks speelt ook voor banken, die zich veel nadrukkelijker moeten gaan profileren met aanvullende diensten en daarmee zorgen dat ze een stevige rol blijven spelen in de betaalketen. Dat is belangrijk, want dat betalingsverkeer verschaft je een enorme voorsprong. Het verzekert je van automatische contactmomenten met de klant. En het geeft je een informatievoorsprong: informatie over het betalingsverkeer is een prima basis om de klant nuttige dingen te leveren, uiteraard met inachtneming van privacyaspecten. Naar de toekomst toe moeten banken dan ook een grotere – en zichtbaardere – plaats in de keten innemen.”
Een andere ‘noviteit’ in het betalingsverkeer is de opkomst van digitale valuta zoals Bitcoin. Steenmeijer wil van Wellink weten of hij gelooft dat dat kan werken en daarmee de banken buitenspel kan zetten? “Het is geen kwestie van geloven. Het is simpelweg net als met de tulpenmanie van de 17e eeuw: vroeg of laat stort het in. Ik zou geen Bitcoins in mijn pensioen stoppen.”
Kredietverlening
Over naar een ander thema dan: de klassieke transformatierol van een bank en daaraan gekoppeld ook de vraag naar welke rol een bank straks nog speelt in de kredietverlening. Ook hierbij informeert Steenmeijer naar hoe Wellink kijkt naar een relatieve noviteit als crowdfunding. “Zeer sympathiek. Tegelijkertijd betwijfel ik echter of crowdfunding een grote rol kan gaan spelen: er zitten grenzen aan de omvang van de te plaatsen leningen. En ik ben ook erg benieuwd naar wat er gebeurt als er voor het eerst een incident of schandaal naar boven komt. Het risico is dan levensgroot dat de zaak implodeert.”
Steenmeijer schetst dat er momenteel veel onvrede is omdat de kredietverlening aan zowel consumenten als bedrijven zit, als gevolg van enerzijds de druk op banken om buffers op te bouwen en anderzijds de kwaliteit van de kredietaanvragen: banken willen hun vingers niet branden aan riskante zaken. Volgens Wellink is de kwaliteit van de aanvragen de dominante factor bij dit probleem. Belangrijker is ook hier echter het doorkijkje naar een verdere toekomst.
Steenmeijer: “Welke rol speelt een bank over 15 jaar nog in de kredietverlening?” Wellink: “We moeten eigenlijk toe naar een wereld waarin we minder afhankelijk zijn van banken. In de Verenigde Staten wordt een derde van de kredietbehoefte ingevuld door banken, hier is dat tweederde. In essentie is het heel eenvoudig: banken moeten zich meer focussen op waar ze onderscheidend in zijn: het inschatten van de risico’s in een financieringsaanvraag. De vervolgvraag na een toekenning van een krediet is dan of die lening op de balans van de bank thuishoort. Het antwoord daarop is nu bijna automatisch ja, maar ik kan me heel goed voorstellen dat banken straks de meerderheid van de kredieten doorverkopen aan andere partijen tegen een faire prijs. Dat is eigenlijk onontkoombaar, want anders blijven de balansen van banken groeien en dat is nu precies wat we niet meer willen. In dat kader ben ik ook groot voorstander van de terugkeer van securitisatie. Daar moet een goede en transparante markt voor komen.”
Toezicht
Dan de toekomstbril op het toezicht. Hoe ziet Wellink dat? “Er is een brede maatschappelijke hang naar het uitsluiten van risico’s. We zijn toezichthouders ten onrechte gaan zien als verzekeringspolissen. Kijk naar de discussie over de aan te houden buffers: daarin wordt soms gepleit voor lagere buffers omdat er toezicht is. Dat is de omgedraaide wereld. Het totaal uitsluiten van risico’s is niet alleen onhaalbaar maar ook onwenselijk. Een bank moet failliet kunnen gaan, want als dat niet kan dan ontstaat er moral hazard en kun je wachten op bestuurders die te hoge risico’s aangaan. Maar die boodschap is als toezichthouder eigenlijk onmogelijk te geven. In goede tijden is het aan dovemansoren gericht, want iedereen ziet alleen maar zonnige scenario’s. En in slechte tijden, zoals nu, mag je zoiets als toezichthouder eigenlijk helemaal niet zeggen.”
Er is de afgelopen jaren van alles ondernomen om het financiële systeem te verbeteren en Wellink bagatelliseert dat niet. Denk aan de Living Wills die het mogelijk maken om een bank gecontroleerd te ontmantelen, denk aan de bail-in instrumententen die zorgen dat ook kapitaalverschaffers van een bank pijn ervaren als het mis gaat, en denk aan de depositopreferentie, ter bescherming van de andere banken en de overheid.
Wellink wijst er echter op dat het vooralsnog allemaal een papieren werkelijkheid is. Er is sprake van uncharted territory: “We weten nog niet welke unintended consequences er zijn. Neem als voorbeeld de hogere risico’s bij faillissement van een bank voor (ongedekte) crediteuren die niet onder het depositogarantiestelsel vallen, door de invoering van depositopreferentie. Dat is op zich prima. Maar wat gebeurt er als de crediteuren problemen zien aankomen? Dan zullen ze snel de benen nemen en dat papier kwijt willen. En dat zou ook juist kunnen leiden tot een grotere impact op het systeem.”
Complex samenstel
Crises lijken dan ook in de toekomst onvermijdelijk te zijn, zo concludeert Steenmeijer. Of kunnen we voorgoed leren van onze fouten? Wellink kan er om glimlachen. “Dat is vragen of ik de ingang van het paradijs kan aanwijzen. Mensen willen graag in korte sound bites horen hoe het beter kan. De realiteit is dat het een complex samenstel van factoren is. En dat geldt ook voor de toekomstige rol van een bank. Banken zullen met een combinatie van factoren hun rol opnieuw moeten vinden.”
Tot slot toch nog even een korte terugblik op de financiële crisis, al was het maar omdat Wellink er zo’n treffende fundamentele analyse van geeft. “We willen zo graag simpelweg een paar schuldigen aanwijzen, maar dat miskent de realiteit. In mijn ogen was er – naast allerlei concrete defecten als tekortschietende wetgeving, onvoldoende adequaat toezicht, verkeerde beloningsprikkels – sprake van een combinatie van drie grote maatschappelijke trends. Ten eerste de globalisering, die ervoor zorgde dat allerlei zaken steeds meer buiten de (nationale) invloedssfeer kwamen. Ten tweede deregulering, die ruimte gaf aan partijen om dingen te doen die we niet zagen aankomen. En ten derde een golf van innovatie, die haast per definitie ongelukken met zich meebrengt in het begin.”
Dit artikel is eerder geplaatst in de Financial Services Update Magazine van KPMG (#15 2013).