De Europese Investeringsbank (EIB) heeft in 2013 meer kredieten versterkt. De bank heeft tot €75 miljard aan kredieten verleend. Het gros van de EIB-leningen, ruim €67 miljard ging naar projecten in de EU-lidstaten. Dat was 42% meer dan in 2012. De Europese Investeringsbank (EIB) heeft daarmee een belangrijke bijdrage geleverd aan het oplossen van de crisis in de Europese Unie, zegt Werner Hoyer, directeur Europese Investeringsbank (EIB) bij de presentatie van de jaarcijfers in Brussel.
Financieren daar waar commerciële banken dat niet doen
De Europese Investeringsbank (EIB), is een Europese Unie (EU)-instelling met een triple A-status. De bank haalt tegen aantrekkelijke tarieven geld op van de internationale kapitaalmarkten. Zo trekt de Europese Investeringsbank (EIB) investeringen aan, vooral uit de Europese Unie (EU) zelf (56%) en uit Azië (27%). “We kunnen daardoor werken in landen waar commerciële banken hun activiteiten hebben beperkt of zelfs beëindigd. Zo hebben we in Griekenland de financiering opgepikt van infrastructurele werken die stil lagen, zoals de bouw van de snelweg Athene naar Thessaloniki”, zegt Werner Hoyer. In Griekenland heeft de Europese Investeringsbank (EIB) ook nieuwe financiële instrumenten ingezet om de handel en het MKB te ondersteunen.
Meer investeren in terugdringen werkloosheid en innovatie
De Europese Investeringsbank heeft bijna €22 miljard aan leningen geboden aan 230.000 Europese bedrijven in het MKB. Ook stak de Europese Investeringsbank €9 miljard in projecten om de jeugdwerkloosheid in Europa te bestrijden. “Er wordt te weinig geïnvesteerd. Het niveau ligt met 15% lager dan in 2007. En dat schaadt het groeipotentieel van de EU-lidstaten. Daarnaast leidt de hoge werkloosheid tot enorme sociale kosten die op de productie drukken”, aldus Hoyer. Echter vooral de achterstand in investeringen in research en onderzoek vindt Werner Hoyer verontrustend. “Europa loopt ver achter op Japan en de Verenigde Staten. We moeten veel meer investeren in onderzoek, innovatie en een 21e-eeuwse infrastructuur om competitief te blijven”, stelt Hoyer.