Andrew Craig, Director of the Publication Centre bij BNP Paribas Investment Partners, geeft zijn visie op de in zijn ogen veranderende obligatie- en valutamarkten.
Bepalende rol centrale banken
Door hun tussenkomsten om de macro-economische doelstellingen te behalen, bepalen de centrale banken in toenemende mate de activiteit in de markt. Het programma van kwantitatieve versoepeling (QE) van de Amerikaanse Federal Reserve met activa-aankopen voor een bedrag van meer dan 2 biljoen USD was bijzonder agressief, maar ook de Bank van Engeland, de Bank van Japan en de ECB kwamen met grootschalige maatregelen.
De gevolgen
Ten eerste, centrale banken die hun aankopen niet van de prijzen of de fundamentele factoren laten afhangen nu de belangrijkste spelers zijn in de vier grootste obligatiemarkten wereldwijd. Ten tweede, de interventies van centrale banken evolueren van ‘eenrichtingsaankopen’ naar cijferafhankelijke tussenkomsten wat onzekerheid en volatiliteit meebrengt. Ten slotte de dominantie van centrale banken de marktefficiëntie kan verstoren wat kansen voor actieve beheerders schept.
Invloed hogere kapitaalbuffers voor banken
Een regelgeving die hogere kapitaalbuffers voor banken vereist om hun risico's in te dekken zal mogelijk de bereidheid van die banken verlagen om transacties in bedrijfsobligaties uit te voeren op de secondaire markten wat op zijn beurt wellicht de transactiekosten voor beleggers zal verhogen. Als beleggers hierop reageren met een 'kopen & houden'-strategie in bedrijfsobligaties kan een rotatie van bedrijfsobligaties naar aandelen nog lang uitblijven. De groei van de bedrijfsobligatiemarkten in een omgeving van lage rente kan die trend nog versterken.
Vooruitzichten: waar komen er mogelijk kansen?
De wijzigingen in de obligatie- en valutamarkten komen misschien net op tijd. Bredere kansen en meer ruimte voor relatieve-waardetransacties kunnen een alternatieve bron van rendement worden als directionele keuzes op basis van de markttrends onaantrekkelijk zijn.
Twee bronnen van kansen kunnen in de toekomst mogelijk worden aangeboord. Ten eerste, potentiële verschillen in het beleid van de centrale banken wat tot meer volatiliteit in de obligatie- en valutamarkten wereldwijd kan leiden. Ten tweede, de recente groei in de wereldwijde obligatiemarkten waardoor er een breder scala van prijsverbanden kan ontstaan, terwijl het aantal internationale beleggers dat in staat is om die verbanden te bewaken en arbitragekansen te benutten afneemt.
Andere verwachtingen in VS en UK en Japan en Europa
Nu de economie in de VS en de UK aantrekt, verwachten beleggers dat de kortetermijnrente daar een ander pad zal volgen dan in Japan en de eurozone waar het 'lager voor langer'-beleid nog altijd op het menu van obligatiebeleggers staat. Renteverschillen zijn een bepalende factor voor de valutakoersen, de ECB heeft het over "de complexiteit van de situatie" en de Fed zendt gemengde signalen uit over de afbouw van de kwantitatieve versoepeling (tapering). Dat alles verhoogt de volatiliteit in zowel de obligatie- als de valutamarkten.
Die wijzigingen kunnen positief zijn voor actieve beheerders omdat ze meer kansen scheppen om te focussen op relatieve waarde en idiosyncratische risico's van specifieke effecten.
Kleinere secundaire markt
De obligatiemarkt is mondialer, terwijl het universum van opportunistische beleggers in vastrentende producten wereldwijd mogelijk verkleint door de beperktere beschikbaarheid van trading desks bij banken. Minder deelnemers in de secundaire markt betekent dat de prijzen mogelijk sneller evolueren naar het niveau waarop kopers of verkopers in actie willen treden, wat de kansen voor actieve beheerders kan verhogen. Een lager aantal transacties kan tot prijsinefficiënties leiden. Die ineffeciënties kunnen ook vergroten, al is dat mogelijk van korte duur.