Jongeren vinden hoge woonlasten normaal

14 maart 2018 Banken.nl 4 min. leestijd

Van de jongeren tot 35 jaar is bijna de helft bereid om meer dan 40% van het besteedbare inkomen uit te geven aan woonlasten. Dat blijkt uit onderzoek dat Rabobank heeft laten uitvoeren. Mogelijke oorzaken zijn ‘gewenning’ aan de hoge huren van de vrije huursector en fear of missing out op een verhitte huizenmarkt.

Samen met onderzoeksbureau Kantar TNS (het voormalige TNS Nipo) stelde Rabobank aan 1400 Nederlanders vragen over hun woonlasten, afgezet tegen het besteedbare inkomen. De meest opvallende uitkomst is dat jongeren tot 35 jaar in groten getale bereid zijn om meer dan 40% van hun inkomen te besteden aan woonlasten. Ruim 43% geeft aan hiertoe bereid te zijn. Dat wijkt sterk af van de categorie 50-64 jaar (17%) en 65-plussers (9%). Volgens het Europees statistiekbureau is een woonquote van 40% een kritieke grens en worden alle lasten daarboven bestempeld als risicovol. Bedenk dat zaken als zorgverzekering, telefoonabonnementen en onvoorziene tegenvallers daar nog niet bij in zitten, net zo min als het krijgen van kinderen, wat juist relevant is voor deze groep.

Nic Vrieselaar is econoom bij Rabobank en duidt deze cijfers: “Wellicht vinden jongeren hoge woonlasten nu nog geen probleem, omdat ze geen kinderen hebben of omdat ze verwachten in de toekomst meer te verdienen.” Hij voegt daaraan het element van gewenning toe: “Jongeren wonen vaker dan vroeger in de vrije huursector, waar ze nu dikwijls ook al meer dan 40 procent van hun netto inkomen kwijt zijn aan huur, gas, water en licht.” Volgens Vrieselaar is het verruimen van leennormen juist niet wat nu moet gebeuren: “Om jongeren daadwerkelijk te helpen, is het vooral belangrijk de schaarste en betaalbaarheidsproblematiek in de vrije huursector aan te pakken, omdat steeds meer Nederlanders op zulke huizen zijn aangewezen.”

De financiële crisis is een harde les geweest voor banken, voor wat betreft het toekennen van hypotheken. Met name in Zuid-Europa kwamen banken in grote moeilijkheden, onder meer omdat consumenten hun hypotheek niet meer konden betalen. De hoge Nederlandse betaalmoraal zorgde dat dat in Nederland wel meeviel, maar de sector was gewaarschuwd. Wie nu een hypotheek afsluit, kan bijna niet meer overfinancieren. Waar banken vroeger tot ruwweg vijf à zes keer het jaarsalaris als uitgangspunt namen voor de maximale hypotheek, is dat inmiddels teruggebracht tot ongeveer vier à vierenhalf. Uiteraard is dat een gemiddelde en kunnen zaken als lage rentestanden of een heel hoog inkomen zorgen voor afwijkingen van dit gemiddelde.

Bovenstaande figuur toont de ontwikkeling aan van het percentage inkomen dat op gaat aan de woonlasten. Waar bij woningeigenaren een daling te zien is - onder meer door aanscherping van de leennormen voor een hypotheek - valt bij huurders op dat de woonlasten procentueel toenemen. Doorstromen vanuit een huurwoning naar een koopwoning is echter niet altijd even eenvoudig, zeker niet voor starters

Belang van heldere hypotheeknormen

Volgens Rabobank geeft deze bereidheid van jongeren tot hoge woonlasten het belang aan van heldere hypotheeknormen. Als de bereidheid er is in een huursituatie, dan is de kans ook aanwezig dat die bereidheid er is in koopsituatie. Met als gevolg dat mensen zichzelf voor vele jaren opzadelen met een woonquote van 40%, 50% of zelfs hoger. Economische tegenwind, huishoudelijke tegenvallers of de geboorte van kinderen kunnen huishoudens dan al snel in vieze papieren brengen.