Deze week bracht Corporate Europe Observatory (CEO) een rapport uit over de grootte en de impact van de bankenlobby in Brussel. Uit het rapport blijkt dat er minimaal ruim 1.700 lobbyisten actief zijn in de Brusselse bankensector, die ieder jaar zo’n €120 miljoen voor hun lobby-activiteiten uittrekken. Erik Wesselius, oprichter van CEO en kandidaat voor het Europees Parlement namens de SP, pleit voor minder politieke invloed van deze bankenlobbyisten.
Het is een eeuwenoud verschijnsel, lobbyen. Het fenomeen kan worden omschreven als het voortdurend uitoefenen van invloed op beleidsmakers bij bestuurlijke organisaties. Het doel van lobbyen verschilt: Veelal willen lobbyisten door de beïnvloeding van de juiste personen of instanties (indirect) invloed uitoefenen op de invoering of wijziging van wet- en regelgeving, of bijvoorbeeld bewerkstelligen dat bepaalde subsidies, vergunningen of licenties verkregen kunnen worden. Vooral binnen de financiële en bankensector is lobbyen aan de orde van de dag.
Bankenlobby
De Corporate Europe Observatory, een instantie die de Brusselse bankenlobby en hun activiteiten nauw in de gaten houdt, deed onderzoek naar de grootte van de bankenlobby en publiceerde afgelopen woensdag de bevindingen. In het rapport stelt CEO dat de bewuste bankenlobby uit tenminste 1.700 lobbyisten bestaat. Deze lobbyisten hebben invloed op Europese beleidsmakers (zoals de Europese Commissie) of grote organisaties (zoals de ECB / DNB) binnen de financiële- en bankensector. Uit het rapport van CEO blijkt dat er ieder jaar zo’n €120 miljoen door de lobbyisten wordt uitgeven voor hun activiteiten. Volgens het rapport bestaat de bankenlobby uit zo’n 700 bedrijven die gezamenlijk Europees beleid actief beïnvloeden, waaronder ondermeer banken en investeringsmaatschappijen. Citi, Goldman Sachs en JPMorgan zijn voorbeelden van banken die zeer actief lobbyen, zo stelt de CEO.
Aanpakken
Erik Wesselius, oprichter van CEO en kandidaat voor het Europees Parlement namens de SP pleit voor minder politieke invloed van deze lobbyende partijen vanuit de bankensector. Hij vindt dat de bankenlobby minder vertegenwoordigd moet zijn in adviesgroepen, die de Europese Commissie (EC) adviseren. Hij pleit daarentegen voor meer contact tussen de EC en andere (non-bankensector) lobbygroepen, zoals beroepsverenigene. Consumentenorganisaties of het midden-en kleinbedrijf. Uit het rapport van SEO blijkt namelijk dat de bankenlobby veel groter is dan de andere lobbygroeperingen. Tot slot wil Wesselius dat via het Europese lobbyregister de uitgaven van lobbyisten voor hun lobbyactiviteiten verplicht in kaart moeten worden gebracht.