Vergeleken met oktober vorig jaar hebben 12,5% minder consumenten een betalingsachterstand op hun hypotheek. Toch zijn er nog steeds ongeveer 70.000 die moeite hebben met deze maandelijkse kostenpost. Dat blijkt uit de nieuwe Hypotheekbarometer van kredietregistratiebureau BKR.
Volgens het BKR is er sprake van een betaalachterstand wanneer iemand minimaal drie termijnen van een hypotheekovereenkomst niet aan zijn financiële verplichtingen heeft voldaan. Er wordt dan een achterstandsmelding gedaan, waarna die persoon in de boeken van het BKR. Om daar weer uit te komen moet de gehele achterstand weer ingelopen zijn. Afgelopen jaar lukte dat ruim 10.000 Nederlanders, blijkt uit de Hypotheekbarometer van het BKR.
Sneller weggewerkt
Vergeleken met de vorige meting valt volgens het BKR op dat Nederlanders met een betaalachterstand deze sneller wisten weg te poetsen. De helft weet dat binnen een jaar te doen, terwijl dat bij de vorige meting nog 40% was. Ruwweg een derde (34%) heeft hier één tot twee jaar voor nodig.
Bovenstaande figuur is afkomstig van het BKR en toont de ontwikkeling aan door de jaren heen. De crisis en de nasleep ervan zijn goed zichtbaar, vanaf daar begint de lijn steeds sneller te stijgen, een lijn die culmineert in 2015. Sinds 2015 is de trend onmiskenbaar dalend.
Verschillen in leeftijdsgroepen
Kijkend naar leeftijdsgroepen, waar zitten dan de grootste problemen? Die zitten in de categorie 41-60 jaar. In deze groep is 64% van de betalingsachterstanden op hypotheken terug te vinden. “Binnen deze groep consumenten zien we wel verschillen. Bij consumenten tot 50 jaar blijven de betalingsachterstanden dalen, terwijl we zien dat de achterstanden bij huiseigenaren van 51 tot 70 jaar de afgelopen jaren redelijk stabiel zijn”, licht Peter van den Bosch toe, bestuursvoorzitter van het BKR.
De groep boven 70 jaar ziet de problemen echter toenemen. Van den Bosch: “De pensioenproblematiek zou een verklaring kunnen zijn voor deze toenemende achterstanden. Het is belangrijk dat we als samenleving oog hebben voor het financieel welzijn van deze groeiende groep mensen.”