Door het steeds groter wordende tekort aan financieringsbronnen verwachten analisten dat er de komende tijd een spaaroorlog los gaat barsten onder banken. Zo hebben alleen al in de afgelopen weken verschillende banken hun rente tarieven verhoogd met meer dan 0,5%. Volgens ConQuaestor moeten banken verder kijken dan alleen het rente-instrument. Een artikel van Paul Schilp en Peter-Jan van de Venn, beiden management consultant bij het adviesbureau.
Rente niet enige wapen van bank
Recentelijk verhoogde een aantal banken de rente op vrij opneembare rekeningen, waarmee de eerste contouren van een nieuwe spaaroorlog zich aftekenen. Directe aanleiding hiervoor is dat door onderling wantrouwen andere financieringsbronnen van banken opdrogen. Dit effect wordt in de toekomst overigens nog verder versterkt doordat Basel 3 het aantrekken van spaargeld meer gaat belonen.
Inzetten van het rente-instrument om het gewenste spaarvolume binnen te halen heeft echter maar beperkt zin. De winnaar in de spaaroorlog is niet per se de bank met de grootste stunttarieven, maar de bank die aantrekkelijke rente weet te combineren met efficiënte klantbediening en een breed productenpalet. De kernvraag is wat dergelijke krachten betekenen voor het Nederlandse bancaire landschap dat momenteel wordt gekenmerkt door een sterke concentratie.
Hoewel de vier grootbanken over het algemeen vrij laag staan in de rentevergelijkingstabellen, beheren zij ongeveer 90% van het totale spaarvolume (momenteel circa € 270 mrd van het totaal van € 300 mrd). De overige 10% wordt onder een aantal ‘prijsvechters’ verdeeld. Hoewel de marktaandelen tussen banken regelmatig verschuiven, blijkt de marktverdeling tussen grootbanken en prijsvechters redelijk constant.
Ter vergelijking: Nederlanders rijden blijkbaar wel graag kilometers om voor een korting op brandstof, terwijl ze als spaarder tegelijkertijd relatief ongevoelig zijn voor de renteverschillen tussen banken. Nederlandse spaarders laten met dit gedrag ongeveer € 2,5 mrd aan rente liggen.
Vaak veel bepalender voor de klantloyaliteit is de naamsbekendheid, het bijbehorend gevoel van vertrouwen en het gemak om meerdere producten bij één bank af te kunnen nemen.
Om in de toekomst meer financiering uit de spaarmarkt te trekken zullen de kleinere banken naast het rente-instrument ook andere instrumenten moeten gebruiken. Belangrijke uitdagingen voor deze banken liggen in het continu verbeteren van de klantbediening en het verbreden van het productenpalet. Juist kleinere banken hebben de mogelijkheid om een stapje sneller te zijn dan de grootbanken, omdat hun time-to-market voor nieuwe functionaliteiten en producten een stuk korter kan zijn dan de grootbanken met hun IT- en organisatie- legacy. Alleen als kleine banken hierin slagen kunnen ze het gezamenlijke ‘plafond’ van 10% doorbreken en het einde inluiden van de sterk geconcentreerde Nederlandse markt.