De financiële sector verdient complimenten voor de manier waarop men omgaat met de huidige crisis. De sector is in rap tempo met oplossingen gekomen waar bedrijven en consumenten mee geholpen zijn, terwijl het een complete omslag moest maken naar een volledig digitale werkplaats. “De financiële sector krijgt niet altijd het respect die het verdient”, zegt Edwin van den Elst, CEO van de Redmore Group.
Van den Elst wijst naar het sentiment dat als een klamme deken over de sector heen hangt sinds de financiële crisis van 2008. “Het is vaak nog steeds niet prettig om te zeggen dat je bij een bank of bij een verzekeraar werkt. Het is in ieder geval een stuk minder prettig dan vijftien jaar geleden. Ik vind dat vaak onterecht.”
De topman van de vier zelfstandige labels Profource, Triple A, ITDS en Talent&Pro, bevestigt dat dit negatieve sentiment het gevolg is van een relatief kleine groep bankiers. Die kleine groep is echter wel bepalend geweest in de beeldvorming.
Hoog niveau
“Het maatschappelijk sentiment gaat soms over ‘graaiers’. Dat is te negatief en daarmee wordt heel veel mensen onrecht aangedaan. Het niveau van mensen dat in de financiële sector werkt is enorm hoog. Goed opgeleide professionals die een leven lang aan het leren zijn en vooral bezig zijn om hun werk zo goed mogelijk te doen.”
Van den Elst heeft recht van spreken. De Redmore Group werkt vooral voor partijen in de financiële branche en heeft hierdoor de omslag aan het begin van de coronacrisis van dichtbij meegemaakt. Van den Elst: “Er kwam extra ruimte in de kredieten en er werd voor gezorgd dat mensen hun financiële armslag konden behouden.”
Al met al hebben Nederlandse banken in de tussentijd al meer dan twintig miljard aan acute ondersteuning geboden, variërend van uitstel van betaling tot nieuwe leningen. Critici zullen wellicht zeggen dat de banken hier zelf alleen maar beter van worden, maar aan de andere kant nemen de banken ook extra risico.
“Hier zie ik echt dat ze om de consument te kunnen helpen waanzinnig snel met een goed pakket aan regelingen zijn gekomen en die ook vanaf het eerste moment in die nieuwe situatie, die toch echt wel het nodige vraagt, hebben kunnen fiksen. Als je dan beseft dat ze het ook nog moeten doen met een toezichthouder die echt streng bekijkt of alles wel voldoet aan alles rondom cybersecurity. Petje af voor hoe deze sector zo snel in de corona-crisis heeft geacteerd.”
Thuiswerken
Naast het financiële deel hebben banken bovendien succesvol de stap gemaakt van werken op kantoor naar thuiswerken. Het betaalverkeer heeft geen krimp gegeven en voor de meeste consumenten is er in essentie weinig tot niets veranderd bij het afhandelen van hun dagelijkse bankzaken. Hooguit zijn er wat meer videobel-momenten wanneer persoonlijk contact echt gewaardeerd wordt, zoals tijdens een hypotheektraject.
De financiele sector telt meer dan 200.000 arbeidsplaatsen. In alleen al de bankensector werken ruim 65.000 medewerkers in Nederland. Naar schatting werkt 85% tot 90% vanuit huis. “Banken en verzekeraars hebben met z’n allen heel snel de omslag gemaakt naar een volledig digitale werkplaats. Ze hebben het vermogen gehad om in één week tijd al hun kernprocessen vanuit een thuisomgeving te laten draaien. Dat betekende ook dat onze gestationeerde consultants allemaal vanuit huis moesten werken, maar ook dat werd allemaal gerealiseerd. Men is in staat om vanuit deze thuissituatie totaal nieuwe initiatieven te starten.”
Duurzame verandering?
De vraag die bij velen leeft is of alle positieve ingrepen van de laatste tijd bewaard zullen blijven. Van den Elst: “Ik hoor wel bespiegelingen dat we nooit meer helemaal teruggaan naar hoe het was. Dat zou mooi zijn. Ik refereer echter een beetje aan de vorige financiële crisis. Toen zeiden we ook met z’n allen ‘dat nooit weer’. Toch zag ik vrij snel het financieringsgedrag zowel richting consument als bedrijven weer fors oplopen.”
"Ik hoor wel bespiegelingen dat we nooit meer helemaal teruggaan naar hoe het was. Dat zou mooi zijn."
“Ik hoop dat we in staat zijn om met alle digitale middelen die tot onze beschikking staan in de toekomst wat vaker de efficiëntie en daardoor de rust kunnen vinden om via Teams of Zoom vergaderingen te doen. Wat minder met z’n allen in kantoren te zitten. Wat minder met z’n allen de weg op gaan. Een paar procent minder geeft al zoveel minder belasting op files, op het milieu en op ons leven.”
Van den Elst is hoopvol, maar tegelijkertijd ook licht pessimistisch over de menselijke natuur. “Er zit bij mij een licht cynisme over het lerend vermogen van ons allen. Misschien ligt dat aan mijn leeftijd. Misschien is er een hele grote groep jonge mensen die zo anders omgaat met mobiliteit en met alle digitale mogelijkheden, dat er daadwerkelijk een verandering optreedt. Dat zou goed zijn voor ons allemaal en het zou goed zijn voor de planeet. Ik hoop het van harte.”