Ondernemers die in financiële problemen raken kunnen niet meer automatisch rekenen op financiële steun van banken. Of dat nu is in de vorm van uitstel van aflossing of extra krediet. Banken gaan kritischer kijken naar de overlevingskans van bedrijven, waarbij het collectieve karakter van regelingen plaatsmaakt voor individuele regelingen.
Opnieuw een bittere pil voor Nederlanders ondernemers, nadat Mark Rutte en Hugo de Jonge gisteravond de nieuwe maatregelen aankondigden. Vooral voor horeca-ondernemers, die hun zaken vanaf deze avond moeten sluiten en abrupt zonder inkomsten komen te zitten. Ook veel winkeliers zien hun omzetten dalen, nu consumenten wegblijven uit vrees voor besmetting of omdat ze simpelweg niet met een mondkapje willen winkelen.
“Alle signalen wijzen erop dat we uit het oog van de storm komen en zwaar weer tegemoet gaan. Het is daarom goed om te weten dat banken deze crisis aankunnen,” zegt Chris Buijink, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Banken. Ter illustratie, de gemiddelde kapitaalratio (CET1) van Nederlandse banken is 17%, wat boven het Europese gemiddelde is van kapitaalbuffers. Het ligt voor de hand dat banken gaan interen op dit percentage, waar toezichthouder DNB overigens ruimte voor geschapen heeft.
Banken zullen kritisch gaan kijken naar de levensvatbaarheid van ondernemingen die om steun vragen, geeft Buijink aan. “De kans dat individuele bedrijven in staat zijn deze crisis te overleven, zal bepalend zijn voor de vraag of kredietverlening ook verantwoord is. Banken doen veel, maar kunnen niet alle bedrijven helpen. In de eerste fase van de crisis leken de gevolgen tijdelijk, nu moeten we meer rekening houden met blijvende schade.”
DNB geeft aan dat banken zelf mogen besluiten of zij overgaan tot nieuwe collectieve maatregelen. "Dat zouden de banken zich zeker kunnen veroorloven", aldus DNB-directeur Klaas Knot gisteren. Maar DNB heeft wel het voorbehoud dat maatregelen alleen bedoeld zouden moeten zijn voor in de kern gezonde bedrijven. “Tijdelijke crisismaatregelen mogen geen structureel karakter krijgen.”