In dit artikel zet Jolene van Gent, Business Unit Director bij EIFFEL, vijf punten uiteen over de IBOR-Transitie. EIFFEL opereert als sparringpartner in grootschalige projecten met als aanleiding veranderende wet- en regelgeving. Dit artikel richt zich op managers en medewerkers die betrokken zijn bij de bemensing, begeleiding en/of uitvoering van IBOR trajecten binnen financiële instellingen.
1: Iedere deelnemer op de financiële markt voelt de impact van de IBOR Transitie
De IBOR Transitie is een hervorming van de rentebenchmarks gebaseerd op InterBank Offered Rates, ofwel IBORs. Dat wil zeggen: de rente waartegen banken van elkaar geld lenen op de interbancaire markt. Een veelgebruikte IBOR binnen financiële markten is de London InterBank Offered Rate, ook wel LIBOR genoemd. Doordat actieve onderliggende markten en transacties ontbreken in deze LIBOR-benchmark is er bezorgdheid ontstaan over de toekomstbestendigheid.
Zonder voldoende transactiegegevens zijn LIBOR-submissies door banken ten behoeve van de LIBOR-rente in toenemende mate gebaseerd op het deskundige oordeel van panelbanken en niet op daadwerkelijke transacties. Hierdoor neemt het risico op benchmark-manipulatie toe. Om deze reden worden IBORs vervangen door Alternative Risk Rates (ARR), aangezien deze rentebenchmarks zijn gebaseerd op daadwerkelijk uitgevoerde transacties: dit maakt de samenstelling minder fraudegevoelig en meer betrouwbaar. Lees hierover meer in het voorgaande artikel.
Verschillende toezichthoudende instanties, waaronder de Autoriteit Financiële Markten, hebben aangegeven dat zij ernaar streven om het transitieproces van IBORs naar ARRs voor eind 2021 grotendeels af te ronden. Dit betekent voor financiële instellingen dat er werk aan de winkel is. Veel financiële instrumenten krijgen een andere referentierente en zullen op een nieuwe manier geprijsd en gewaardeerd worden. Daarnaast heeft de transitie een juridische impact waarbij contracten moeten worden aangepast. Documentatie waarin naar IBOR-tarieven wordt gerefereerd moeten worden herzien en eventueel aangepast.
Kortom: de transitie raakt alle deelnemers op de financiële markt. De transitie naar alternatieve risicovrije rentevoeten is van invloed op particulieren, bedrijven en instellingen die gebruik maken van een verscheidenheid aan financiële diensten of producten die IBORs als referentierente gebruiken. De prestaties van financiële producten als obligaties, hypotheken met variabele rentes, creditcards en vele vormen van kredieten en derivaten worden beïnvloed door gewijzigde of stopgezette rentebenchmarks.
2: De deadline met betrekking tot EURIBOR staat op 31 december 2021
In december 2020 heeft de Amerikaanse toezichthouder de deadline voor Libor uitgesteld naar halverwege 2023. Daarmee komt de ICE Banchmark Admnistration, die de Libor tarieven publiceert, tegemoet aan banken en andere financiële partijen die voor $200 biljoen aan contracten moeten herzien. Door de einddatum met anderhalf jaar naar de toekomst te verschuiven kan ongeveer 40% van alle bestaande contracten ‘gewoon’ aflopen.
Voor Europese IBORs staat de deadline nog wel op 31 december 2021. Als benchmarks dan niet voldoen aan de EU benchmarkverordening (BMR), kunnen ze niet worden gebruikt in Europa en moeten ze worden vervangen door alternatieve referentierentes. Dit betekent dus dat de deadline in een snel tempo dichterbij komt en dat financiële instellingen zich voor moeten bereiden op deze transitie.
3: Een niet-tijdige implementatie zorgt voor instabiliteit financiële markt
Volgens de AFM kan een slechte voorbereiding op de transitie leiden tot meerdere risico’s. Een stapeling van risico’s kan uiteindelijk de financiële stabiliteit bedreigen.
Zo moet bijvoorbeeld juridische documentatie worden aangepast. Denk hierbij aan contracten, maar ook andere juridische documenten. Contracten zullen vaak bilateraal (of soms zelfs unilateraal) aangepast moeten worden wanneer een alternatieve benchmark moet worden aangewezen. Hierbij moet rekening worden gehouden met het type wederpartij, de consequenties van de wijziging voor beide partijen bij de overeenkomst en eventuele compensatiemechanismen om mogelijk nadelige gevolgen te verrekenen. Met name bij producten die grootschalig worden verhandeld kan dit een behoorlijke exercitie worden. Voor contracten die op de internationale markt tussen professionele partijen worden afgesloten kunnen generieke oplossingen komen die de meeste contracten kunnen ondervangen. In het geval van bijvoorbeeld een hypothecaire lening met een consument is dat een ander verhaal en zal een kredietverstrekker toch met een eigen aanpak moeten komen.
In veel gevallen zal de structuur van het contract eveneens moeten worden aangepast omdat de bestaande structuur is gebaseerd op een forward-looking term rate benchmark (de rente wordt vooraf bepaald voor een afgesproken periode) en derhalve niet het gebruik van een backward-looking overnight rate benchmark (er wordt met terugwerkende kracht een rente over de voorgaande renteperiode berekend) ondersteunt. Dit leidt dan mogelijk weer tot operationele risico’s. Zo moet ervoor worden gezorgd dat alle verwijzingen naar een IBOR tijdig worden omgezet naar een alternatief, zodat onjuiste modeluitkomsten worden voorkomen. De operationele infrastructuur (IT-systemen, modellen, datasystemen etc.) van een financiële instelling zal hierbij moeten worden aangepast. De ervaring leert dat dit vaak de nodige tijd vergt. De vraag is dan ook of de implementatie van de benodigde aanpassingen aan de systemen op tijd gereed is, wat mogelijk een operationeel risico oplevert. Het afstemmen van het juiste niveau van paraatheid tussen verschillende bedrijfsonderdelen en producten, terwijl onzekerheden, middelencapaciteit en overgangsrisico's zoals operationele, technologische en reputatierisico's worden afgewogen.
Duidelijke regelgeving voor de transitie van de IBOR naar de RFR is (nog) niet volledig voorgeschreven door de regelgevers en toezichthouders, dus de transitie wordt voorlopig overgelaten aan marktinitiatief. Sommige bedrijven zullen de regelgeving afwachten, wat de transitie kan vertragen. Met name wanneer bedrijven problemen ervaren, kan regelgeving noodzakelijk zijn om door te gaan met de transitie. Als aflopende contracten niet vernieuwd maar doorgerold worden, zal het aantal niet-vernieuwde contracten toenemen, wat de transitie of aanpassing alleen maar verder uitstelt.
Verder raakt de transitie direct aan de waardering van veel financiële producten, bijvoorbeeld rentederivaten of variabele rentes voor hypotheken en leningen. Een verandering in de waardering leidt ook tot hedge risico’s. Zo kan een afdekkingsinstrument mogelijk minder goed functioneren als de rentebenchmark verandert, of als de benchmark van het afdekkingsinstrument op een later tijdstip wordt aangepast ten opzichte van de benchmark van het afgedekte instrument. Ook zien spelers in de markt het risico dat bepaalde hedge relaties niet meer voldoen aan de voorwaarden om hedge accounting te mogen toepassen. Het risico voor hedge relaties kan worden versterkt indien geen termijnstructuur beschikbaar komt voor de alternatieve benchmark of als de onderliggende markt van afdekkingsinstrumenten gebaseerd op de alternatieve benchmark niet voldoende liquide is. Tot slot zien de partijen het risico dat niet alle marktinfrastructuur tegelijk overgaat op alternatieve benchmarks, dit kan leiden tot onduidelijkheden over waarderingen, betalingen en contract aanpassingen.
4: De IBOR Transitie draait om teamwork
De transitie is een gelaagde exercitie waarbij niet alleen toezichthouders en financiële instellingen, maar ook bijvoorbeeld juridisch adviseurs, accountants en klanten bij betrokken zijn. Hoe beter er wordt samen gewerkt tussen de partijen, hoe geruislozer de alternatieve risicovrije rentevoeten kunnen worden geïmplementeerd. Aangezien de toezichthouders inzetten op een marktgericht resultaat is de aanpak contextafhankelijk: iedere financiële dienstverlener heeft enige vrijheid binnen de gewezen kaders.
Het is belangrijk om liquiditeit op te bouwen, voor onder andere derivaten die afhankelijk zijn van de nieuwe rentes. Daarnaast moet de marktinfrastructuur, zoals handels-, clearing- en afwikkelingsmechanismen, worden aangepast om instrumenten die verwijzen naar de nieuwe rentes te kunnen verwerken. Begrip en medewerking van derde partijen voor aanpassing van de overeenkomsten is cruciaal om contractwijzigingen door te voeren. Voor een succesvolle transitie moet het gehele financiële ecosysteem de handen ineen slaan.
5: EIFFEL kan jouw organisatie helpen!
EIFFEL heeft veel ervaring opgedaan met implementatie van nieuwe wet- en regelgeving. Van Gent vertelt hierover: "wij zijn trots op ons trackrecord in grootschalige juridische dossierafhandeling. Daarbij zijn contractanalyse, datamanagement en projectondersteuning belangrijke pijlers. Onze professionals hebben kennis van contractenrecht en financieringsdocumentatie en kunnen zich snel complexe materie eigen maken in een gelaagd stakeholderspeelveld." Binnen EIFFEL heeft een specialistisch team een compleet voorlichtingspakket inclusief E-Learning IBOR samengesteld voor een vliegende start op project.
Hoe EIFFEL jouw organisatie concreet kan helpen is door efficiënt de referentierentes in contracten en systemen te wijzigen. "Door de bewezen en gedegen aanpak voor operationeel risicomanagement zijn onze professionals in staat om het overzicht te bewaren en tegelijkertijd de kern te raken vanuit een berg informatie. Samen monitoren we voortgang op project middels dashboarding met oog voor optimalisatie van het gehele proces."
Experts van EIFFEL kunnen helpen met verschillende onderdelen binnen de implementatiefase van het IBOR transitieproces. Denk aan het inventariseren en onderzoeken van klantdossiers, het analyseren van contracten en opstellen van wijzigingsovereenkomsten (repapering), overeenstemming bereiken met de klant over de eventuele oplossingsrichting en de interne afhandeling. Onze topsportmentaliteit combineert kwaliteit en snelheid, zodat alle contracten juist en tijdig worden aangepast voordat de deadline is verstreken.
Een artikel van Jolene van Gent, Business Unit Director bij EIFFEL.