Economen van Deutsche Bank uiten zich “uitzonderlijk bezorgd” over de Amerikaanse inflatie. De verhoogde overheidsuitgaven en het ruime monetaire beleid onder president Biden zorgen volgens de economen voor economische parallellen met de jaren 1940 en 1970, de inflatiepercentages piekten destijds op respectievelijk 14,36% (1947) en 11,04% (1974).
De druk wordt daarbij nog verder vergroot door zo’n $2 biljoen aan “overmatig spaargeld”, die consumenten tijdens de coronacrisis hebben vergaard. Volgens de economen van Deutsche Bank zullen consumenten een (groot) deel van hun spaargeld uitgeven zodra de lockdown verder versoepeld wordt, waardoor een “consumer-driven” inflatie dreigt.
De algemene strekking van beleggers, centrale bankiers en economen is dat dat de oplopende inflatie wegtrekt zodra de economie over de zwaarste coronaschok heen is. Deutsche Bank deelt de visie echter niet en waarschuwt juist dat als de Amerikaanse centrale bank Fed niet snel reageert op de oplopende inflatie, dit razendsnel uit de hand kan lopen en de maatschappij kan ontwrichten.
Een soortgelijk proces
Ook in Nederland loopt de inflatie op. Het Centraal Bureau voor de Statistiek meldt dat de prijzen van goederen en diensten de afgelopen maand met 2,1% zijn gestegen; de hoogste stijging sinds december 2019. CBS-hoofdeconoom Peter Hein stelt tegenover de NOS dat de inflatie tijdens de coronacrisis wereldwijd daalde omdat er minder vraag was naar spullen.
“Wat je nu duidelijk ziet is dat de economische neergang voorbij is. Het herstel gaat hard en dat gaat doorgaans gepaard met stijgende prijzen en dat is ook nu het geval. Tijdens periodes van een opgaande economie stijgen de prijzen van grondstoffen. Dat zag je ook in 2008, vlak voor de kredietcrisis. Een soortgelijk proces is nu gaande.”