De Amerikaanse zakenbank JPMorgan Chase heeft aangekondigd dat het dit jaar zijn tech-uitgaven met $3,5 miljard wil verhogen. In totaal geeft de bank daarmee ruim $12 miljard uit om zijn ‘techcapaciteit en talent’ binnen de bank te verhogen, waarmee fintechs buitenspel moeten worden gezet. Analisten en beleggers vrezen echter dat de toename in investeringen ten koste gaat van de winstgevendheid van de bank.
Hoewel de bank vorig jaar nog recordwinsten rapporteerde, werd er door analisten verbaasd gereageerd op het investeringsbericht. Edward Jones-analist James Shanahan noemt de tech-uitgaven van $12 miljard een “verbazingwekkend” bedrag. “Het is een investering die de cumulatieve waarde van alle investeringen van disruptieve fintechs in de wereld overtreft.”
Winst ‘verdampt’
Hoewel het goed mogelijk is dat JPMorgan met de investering zijn eigen marktpositie op de lange termijn verstevigt, bestaat er ook kritiek op de handelswijze van de bank omdat er geen duidelijkheid wordt gegeven over de verwachte voordelen.
Het investeringsbericht van de bank komt namelijk op het moment dat de winsten van zijn vermogensbeheertakken en handelsafdelingen afzwakken. Beleggers hoopten dat de stijgende rentetarieven en de hogere rentes op leningen de winstdaling zouden compenseren, maar zien nu de geboekte voordelen verdampen in de nieuwe investeringen.
Experts stellen dat de grotere uitgaven de druk op banken weerspiegelen om te concurreren met fintech-bedrijven zoals betalingsverwerker Stripe, kredietverstrekker Affirm en challangerbank Chime. JPMorgan Chief Financial Officer Jeremy Barnum onderstreept dat vermoeden. Volgens de CFO vormt de stevige concurrentie – met name van nieuwkomers – een belangrijke reden om de uitgaven te verhogen.
Vertrouwen
Met de investeringen wil de Amerikaanse bank nieuwe datacenters bouwen, cloud computing technologieën verbeteren en de uitbreiding naar nieuwe markten (waaronder het Verenigd Koninkrijk) financieren. JPMorgan beargumenteert dat de investeringen uiteindelijk moeten leiden tot lagere bedrijfskosten, maar dat het nog jaren kan duren voordat de investeringen zich zichtbaar uitbetalen.
Juist het ontbreken van die gedetailleerde voorspelling vormt een bron van frustratie voor beleggers. Volgens Chris Kotowski, analist bij Oppenheimer & Co., kan je als aandeelhouder pas over drie jaar (of later) het verschil zien tussen de investeringsuitgaven en de normale uitgaven. “Je moet er dus maar op vertrouwen.”