Hoewel het aantal zzp’ers in Nederland nog steeds toeneemt is de groeipiek mogelijk in zicht. Vier op de tien zzp’ers verdienen nu (veel) minder door alle maatregelen, waardoor de privéspaarpot geplunderd moet worden om rond te komen. 12% van de zelfstandigen overweegt daarom om te stoppen met hun ondernemingen.
15% van de zelfstandig ondernemers moet zelfs genoegen nemen met een inkomen minder dan het sociaal minimum (€1.078). Overigens zijn de verschillen per sector groot. Dat blijkt uit onderzoek van Knab onder 2500 zzp’ers.
Hoewel de overheid ondernemers in getroffen sectoren aanspoort om zich om te scholen, voelt vrijwel niemand (negen op de tien) daar iets voor. Binnen elke sector is de animo om in loondienst te gaan groter dan de animo om zich om te scholen. Vooral in de horeca (38%), persoonlijke dienstverlening (26%) en culturele sector (25%) overwegen veel zzp’ers in loondienst te gaan.
Volgens Knab-CEO Nadine Klok liggen deze cijfers zo laag omdat ondernemers voor hun vak kiezen omdat hun passie erin ligt. “Als je goedlopende bedrijf dan in één klap in zwaar weer komt door iets waar je zelf geen invloed op hebt, snap ik dat je niet staat te springen om je om te scholen. Het zelf veel over de hele situatie dat zzp’ers dan nog liever in loondienst gaan.”
Uit het onderzoek blijkt verder dat slechts 12% van de zelfstandigen – met een inkomen onder het sociaal minimum – in aanmerking komt voor de versoepelde bijstandsregeling voor zelfstandigen (Bbz). Een percentage dat volgens Knab hoger kan zijn, omdat bijna de helft van de respondenten niet bekend is met de regeling.
De Bbz is een gemeentelijke regeling die kijkt naar de levensvatbaarheid van de onderneming en in sommige gevallen naar het vermogen van de zzp’er. Alle gemeenten bepalen daarbij hun eigen aanpak, waardoor het soms weken kan duren voordat de zelfstandige de steun ontvangt waar hij of zij recht op heeft.
Al met al verdient 42% van de zzp’ers gemiddeld minder door de coronamaatregelen. In de horeca ligt dit percentage aanzienlijk hoger (85%), gevolgd door de cultuursector (79%) en persoonlijke dienstverleners zoals kappers (59%). Zelfstandigen in de bouw komen er relatief gezien het beste vanaf: ‘slechts’ 26% van hen geeft aan minder te verdienen dan voor de coronacrisis.