Zijn onze filantropische activiteiten relevant? Dat vroeg BNP Paribas Foundation zich na 4 jaar werking af. Daarom liet de stichting in december 2013 een uitgebreide kwantitatieve en kwalitatieve impactstudie uitvoeren door het onafhankelijke adviesbureau Cap Conseil. Die studie moest het werk van de stichting sinds haar oprichting evalueren, de impact van de projecten op de begunstigden en de verenigingen zonder winstoogmerk (vzw’s) meten en een beter inzicht geven in de behoeften van de verenigingen. Een legitieme doorlichting, die een aantal trends aan het licht heeft gebracht. BNP Paribas wilde nagaan of zijn filantropische acties adequaat zijn. Daartoe trachtte het vooral te achterhalen in welke mate zijn financiële steun aan de behoeften van de doelgroepen beantwoordt en de coherentie tussen zijn verschillende programma’s te verifiëren, met de bedoeling zijn aanpak eventueel aan te passen.
Dringende behoeften als gevolg van armoede
De eerste vaststelling van de impactstudie was de omvang van de educatieve noden. Op de vraag aan de vzw’s om in enkele woorden de meest dringende behoeften van hun begunstigden te beschrijven (zowel binnen als buiten de opdracht van hun vereniging), gaf namelijk 40% van de 544 bevraagde verantwoordelijken het gebrek aan educatie en opleiding op als de meest schrijnende behoefte. Uit de impactstudie blijkt niet alleen dat er een sterk verband is tussen het gebrek aan educatie en opleiding, en sociaal-economische achterstand, maar ook dat het gebrek aan educatie een gevolg is van een zeer efficiënt systeem van uitsluiting in het onderwijs (watervaleffect, zittenblijven, schooluitval). Dat systeem treft vooral kansarme families, zo blijkt uit het verslag. Naast het gebrek aan educatie en opleiding, brengt de impactstudie ook andere pijnpunten aan het licht, zoals inkomensgebrek, ziekte, integratieproblemen, moeilijke toegang tot cultuur of een woning. Allemaal noden waarmee een kwart van de vzw’s te maken heeft.
Vzw’s hebben het moeilijk om nieuwe projecten te financieren
Door de economische crisis lijken de financiële middelen van de vzw’s steeds zwaarder onder druk te staan. Ook dat is een vaststelling van het rapport. In de perceptie die de vzw’s hebben over het verloop van hun middelen, wordt het voor hen steeds noodzakelijker om systematische hulp te zoeken. Bijna een vzw op de twee meent dat haar financiële middelen in de toekomst zullen verminderen, terwijl slechts 8% denkt dat ze zullen stijgen. Van de 44% vzw’s die ervan uitgaan dat hun middelen zullen dalen, vindt meer dan de helft dat die daling de vereniging in gevaar brengt (in totaal 113 van de 544 vzw’s). Bovendien leidt de economische crisis niet alleen tot een vermindering van de overheidsfinanciering, maar heeft wellicht ook gevolgen voor de giften van de particulieren. En net die giften van privépersonen blijven een belangrijke bron van inkomsten voor heel wat vzw’s. Op de vraag om de moeilijkheden waarmee ze kampen hiërarchisch te rangschikken, geven de vzw’s aan dat de financiering van nieuwe projecten (27% van de ondervraagden), van materiaalaankopen (19%) en van hun basistaken (20%) de belangrijkste uitdagingen zijn.
De onontbeerlijke hulp van de private stichtingen
De verwachtingen die vzw’s tegenover de stichtingen koesteren voor de realisatie van hun projecten, zijn zeer hooggespannen. Zo zouden er volgens de vzw’s zonder de stichtingen zo goed als geen nieuwe projecten tot stand komen. Bijna zeven van de tien vzw’s vinden dat een stichting vooral projecten moet financieren en niet de recurrente uitgaven van de vzw’s. De impactstudie onderstreept dat de vzw’s hun projecten absoluut niet willen opgeven, omdat die projecten de positieve kracht achter hun activiteiten vormen en een concrete invulling geven aan hun wil om beter te doen, ook al maken ze de financiële situatie van de vzw’s nog ingewikkelder door de bijkomende werklast en kosten die ze meebrengen. Ten slotte blijkt uit de studie ook dat er geen vraagtekens worden geplaatst bij de activiteiten van de private stichtingen. De betrokken giften worden als noodzakelijk en complementair ervaren. Ze financieren ‘projecten’, met andere woorden de uitwerking van nieuwe ideeën, nieuwe oplossingen. Wat de rol van banken betreft, die wordt door de respondenten beoordeeld als relevant en nuttig bij de concretisering van nieuwe projecten.
Bijsturing beleid BNP Paribas
Op grond van de conclusies uit de impactstudie heeft BNP Paribas besloten om via een aantal initiatieven de efficiëntie van haar acties te verbeteren. Zo zal ze voortaan binnen de vzw’s de voorkeur geven aan de implementering van nieuwe activiteiten. Daarnaast wil ze ook vooral projecten steunen waarvan de werking expliciet en gelijktijdig inspeelt op verschillende noden. Ten slotte blijft BNP Paribas de educatie van kansarme jongeren ondersteunen, maar zal ze daarbij voortaan de nadruk leggen op educatieve projecten die de armoedeproblemen van die kinderen en jongeren aanpakken.