De Europese Centrale Bank heeft zijn tweede voortgangsverslag over de onderzoeksfase van een digitale euro gepubliceerd. Wellicht de belangrijkste conclusie uit het verslag is dat de ECB de digitale euro niet volledig zal beheren.
Net zoals in het huidige financiële systeem is het de bedoeling dat tussenpartijen de digitale euro zullen ondersteunen. Zo zijn er (financiële) instituten die bijvoorbeeld de technische aspecten van pinautomaten en online afrekensystemen voor hun rekening nemen. Ook worden banken opgedragen om te (blijven) controleren of er geen geld wordt witgewassen en transacties voldoen aan de wet.
Wel zal de ECB ervoor zorgen dat het geld wordt uitgegeven en weer wordt ingetrokken afhankelijk van het monetaire beleid.
In oktober 2023 loopt de onderzoeksfase af, dan zullen de verschillende EU-lidstaten beslissen of ze ook daadwerkelijk een digitale euro willen. Mocht het project groen licht ontvangen, dan wordt verwacht EU-burgers op zijn vroegst in 2026 met een digitale euro kunnen betalen.
De heilige graal
De ECB zelf ziet een digitale euro wel zitten. In augustus stelde de Europese toezichthouder dat digitale valuta’s het antwoord kunnen zijn op de “duizend jaar durende zoektocht naar de heilige graal van grensoverschrijdende betalingen”.
Het concept van CBDC – waaronder de digitale euro – is volgens de auteurs van het rapport een goedkoop, universeel en veilig systeem. Men stelt dat de zoektocht naar een dergelijke oplossing, die “zo oud is als de internationale handel en de impliciete behoefte om te betalen”, binnen de komende tien jaar gevonden zou kunnen worden.
De technische haalbaarheid, de relatieve eenvoud van de architectuur en het behoud van een concurrerende markt zouden volgens de ECB belangrijke voordelen zijn. “Bovendien blijft de monetaire soevereiniteit behouden en wordt het verdringen van lokale valuta’s door een FX-laag voorkomen (wat bij bitcoin en stablecoins niet het geval zou zijn).”
Lees het volledige rapport hier.