De omgevallen Silicon Valley Bank wordt overgenomen door de First Citizens Bank uit North Carolina. De zeventien filialen van de failliet verklaarde bank dragen per direct een nieuwe naam. Analisten gaan ervan uit dat de overname de financiële wereld weer tot rust maant.
Of de rust ook daadwerkelijk wederkeert moet de toekomst ons leren, wel vormt de overname (voorlopig) het slotstuk van het verhaal van de Silicon Valley Bank (SVB). De Amerikaanse bank kwam twee weken geleden in de problemen omdat het niet meer aan zijn verplichtingen kon voldoen.
Pogingen om het tijd te laten leidde tot onrust onder beleggers – onrust die tot een bankrun zouden leiden. Op het moment dat klanten massaal hun tegoeden probeerden op te nemen, besloot de lokale toezichthouder om de bank te sluiten.
Het faillissement van de SVB veroorzaakte vervolgens weer onrust op de financiële markten. Daarop besloot het Amerikaanse ministerie van Financiën, de centrale bank en toezichthouder FDIC in te grijpen, onder meer door een algehele garantiestelling af te kondigen.
De bezittingen van de SVB kwamen na het faillissement in handen van de Amerikaanse overheid, die het nu op zijn beurt heeft doorverkocht aan de First Citizens Bank (FCB). De FCB krijgt voor $119 miljard aan banktegoeden onder beheer van voormalig SVB-klanten.
Daarnaast neemt de FCB $72 miljard aan bezittingen van de bank over, tegen een korting van $16,5 miljard. Daar staat tegenover dat FDIC voor $500 miljoen aan aandelen in de FCB ontvangt. Tot slot blijft Iets meer dan de helft van de bezittingen ($90 miljard) in handen van de toezichthouder.
De zeventien bankfilialen van de SVB openen dan ook gewoon weer de deuren, maar dan als filiaal van de First Citizens Bank. Al met al schat de toezichthouder in dat de kosten voor de redding van de SVB zo’n $20 miljard bedragen.