Na de historische rechtszaak tegen Shell in 2021 heeft Milieudefensie aangekondigd nu ook ING voor de rechter te dagen. De grootste bank van Nederland wordt aansprakelijk gesteld voor het bijdragen aan klimaatverandering en het financieren van vervuilende bedrijven.
De zaak is een nieuwe stap in de plannen van Milieudefensie om grote bedrijven verantwoordelijkheid te laten nemen voor hun rol in klimaatverandering. De rechter oordeelde in de zaak tegen Shell dat bedrijven hun eigen verantwoordelijkheid dienen te nemen om de Parijsakkoorden na te kunnen leven.
Milieudefensie is van mening dat ING onvoldoende maatregelen treft om de eigen klimaatimpact te minimaliseren. Zo wordt de bank het financieren van vervuilende ondernemingen en het indirect uitstoten van 61 megaton aan broeikasgassen – dit is evenveel als heel Zweden – ten laste gelegd.
De vereniging eist dat ING zijn uitstoot met de helft terugdringt en de samenwerking met grote vervuilende bedrijven stopzet. Net als bij de zaak tegen Shell roept Milieudefensie het publiek op om mede-eiser te worden. ING laat weten kennis genomen te hebben van de aankondiging.
De bank verklaart ervan overtuigd te zijn dat de eigen strategie in de huidige hoedanigheid impact maakt en bijdraagt aan duurzaamheid. Wel wordt in de reactie genoemd dat de meerderheid van de financiering naar niet-duurzame activiteiten gaat, omdat de financieringen de wereldeconomie weerspiegelen. Ook zegt de bank desgewenst te zullen reageren in de rechtszaal.
In de reactie refereert ING verder aan het streven naar de ‘net zero’ in 2050 en de uiteenlopende maatregelen die hiervoor zijn genomen of in de toekomst genomen zullen worden. Daarbij benadrukt de bank dat het beleid voortkomt uit de wetenschap, en dat dit beleid wordt aangepast indien de wetenschappelijke inzichten zich ontwikkelen.
Daarbij wijst ING op de aankondiging van vorige maand, waarin de bank laat weten dat het de financiering van upstream olie- en gasactiviteiten in 2040 zal hebben stopgezet en dat ING ernaar streeft de nieuwe financiering van duurzame energieopwekking te verdrievoudigen tot €7,5 miljard per jaar in 2025. “Het draait allemaal om het streven naar netto nul in 2050”, aldus de bank.