De Tweede Kamer heeft de Wet opheffing verpandingsverboden goedgekeurd. Deze wet is belangrijk voor de Nederlandse bedrijfssector (vooral het midden- en kleinbedrijf), omdat het behoorlijk wat financieringsruimte creëert.
De Factoring & Asset Based Financing Association Netherlands (FAAN) heeft zich samen met de Nederlandse Vereniging van Banken en ondernemersorganisatie VNO-NCW hard gemaakt voor deze wet.
De factoringmarkt is de sector waarin bedrijven hun uitstaande vorderingen (facturen die klanten nog moeten betalen) verkopen aan een factormaatschappij. Dit levert de bedrijven direct geld op, in plaats van dat ze moeten wachten tot de klanten hun facturen betalen.
Tot nu toe mochten veel leveranciers hun vorderingen niet gebruiken als onderpand voor leningen. Dit werd vaak verboden in de algemene inkoopvoorwaarden van grote bedrijven. Met de nieuwe wet kunnen deze vorderingen wel als onderpand worden gebruikt, waardoor bedrijven makkelijker financiering kunnen krijgen.
De nieuwe wet zorgt er dus voor dat bedrijven makkelijker geld kunnen lenen. Volgens de FAAN kan de wet alleen al voor de factoringmarkt €400 tot €600 miljoen extra kredietruimte opleveren. Voor alle Nederlandse bedrijven samen wordt de extra kredietruimte geschat op €1 miljard. Dit betekent dat bedrijven meer werkkapitaal beschikbaar krijgen, wat hen helpt om te groeien en te investeren.
“Het aannemen van de Wet opheffing verpandingsverboden door de Tweede Kamer is een goed resultaat voor alle (mkb-)ondernemingen die gebruikmaken van financieringsoplossingen die beschikbaar zijn gesteld door factormaatschappijen in Nederland”, aldus de FAAN in een persbericht.
Ook voor banken is de wet goed nieuws. Ze kunnen nu meer leningen verstrekken, wat aantrekkelijk is voor zowel de banken zelf als de bedrijven die financiering nodig hebben.