De Nederlandsche Bank (DNB) heeft een overeenkomst gesloten met Deutsche Bank voor de verkoop van de resterende vordering op de insolvente IJslandse bank Landsbanki. Hiertoe is besloten in nauw overleg met het ministerie van Financiën. Met deze verkoop is de 1,636 miljard euro die is uitbetaald onder het depositogarantiestelsel aan Icesavespaarders volledig terugbetaald. DNB is geen crediteur meer van Landsbanki.
Vorderingen op de boedel van Landsbanki zijn vrij verhandelbaar. Eerder dit jaar heeft een groot aantal Britse lagere overheden met een vordering op Landsbanki besloten om tot verkoop over te gaan. De claim op Landsbanki ontstond door het uitkeren van in totaal €1,636 miljard aan Nederlandse spaarders. De Nederlandse Staat nam hiervan €1,428 miljard voor zijn rekening, de Nederlandse banken 208 miljoen.
Samen met het bedrag dat inmiddels is terugbetaald door de curatoren van Landsbanki is,met het afronden van de verkoop van de resterende vordering, nu het volledige bedrag terug dat in 2008/2009 onder het depositogarantiestelsel is uitgekeerd. Indien de vordering was aangehouden dan zou deze, volgens de huidige verwachting, via boedeluitkeringen pas in 2018 volledig zijn voldaan. Door boedeluitkeringen gedurende de afgelopen jaren was tot op heden €932 miljoen geïncasseerd.
De minister van Financiën heeft vandaag de Kamer per brief geïnformeerd over de verkoop van de resterende vordering. Daarin geeft hij onder andere aan in gesprek te blijven met de overige Nederlandse crediteuren van oud-Landsbanki.
Het Nederlandse bijkantoor van Landsbanki dat opereerde onder de naam Icesave kwam in oktober 2008 in de problemen toen Landsbanki net als andere IJslandse banken in financiële problemen raakte en uiteindelijk omviel. Nederlandse spaarders kregen destijds hun tegoeden tot maximaal €100.000 vergoed onder de depositogarantiestelsels van Nederland en IJsland.