Financiering via fintechbedrijven bijna verdubbeld

06 januari 2025 Banken.nl 2 min. leestijd

De financiering via fintechplatforms – als alternatief voor traditionele banken – is in twee jaar bijna verdubbeld. Het ging eind 2023 in Nederland om een totaalbedrag van €2,3 miljard, blijkt uit onderzoek van DNB en de Financial Stability Board (FSB).

Fintechplatforms bieden digitale financieringsmogelijkheden, zoals leningen voor het mkb, vastgoedprojecten en consumentenkredieten. Het merendeel (€1,7 miljard) hiervan wordt verstrekt via zogenoemde marktplaatsplatforms, die vraag en aanbod van financiering samenbrengen.

Dit zijn bijvoorbeeld crowdfundingplatforms, waar investeerders geld uitlenen zonder dat de platformbeheerder zelf risico loopt. Een kleiner deel (€0,6 miljard) wordt uitgegeven door balansplatforms, die eigen middelen gebruiken voor leningen en dus zelf financieel risico dragen.

Hoewel de fintechmarkt groeit, vormt deze nog steeds maar 0,7% van de leningen die banken verstrekken. Banken zagen ondertussen hun leningen aan bedrijven en huishoudens (exclusief hypotheken) in dezelfde periode juist met 2% dalen.

Internationaal maakt Nederland 3% uit van de geregistreerde wereldwijde fintechleningen, al is dit percentage gebaseerd op slechts tien landen. Buy Now, Pay Later-platforms (BNPL) als Klarna, waarbij consumenten achteraf of in termijnen betalen, zijn nog niet in de cijfers opgenomen.

Niet-bancaire financiering neemt toe

Een deel van de fintechleningen valt onder de bredere categorie van niet-bancaire financiering. Dit betreft financiële instellingen die leningen verstrekken zonder de status van bank, zoals bepaalde beleggingsfondsen.

Niet-bancaire financiering biedt alternatieve kredietbronnen voor de economie en vergroot daarmee de veerkracht. Tegelijkertijd vraagt deze groei om scherp toezicht, vanwege mogelijke risico’s zoals kwetsbaarheden door beleggingen in kredietmarkten. Daarom brengt de FSB dit fenomeen jaarlijks in kaart.

Hun onderzoekers stelden vast dat deze markt in 2023 met 8,5% groeide naar een totaal van €411 miljard. Vooral beleggingen in zogeheten open-ended beleggingsfondsen droegen bij aan de stijging. Dit zijn fondsen waarbij investeerders eenvoudig hun geld kunnen terugtrekken.