Terwijl de 26-jarige Erik van Dasselaar in het adviescentrum van de lokale Rabobank Randmeren met een organisatieadviseur in gesprek is over zijn persoonlijke kwaliteiten en drijfveren, stapt de 25-jarige Gerwout Netjes fris de bank in Nijkerk binnen. Netjes is zo meteen aan de beurt. Dan is hij de 1.000ste agrarisch ondernemer die sinds 2007 een zogenoemd ‘Spiegelgesprek’ heeft. Het spiegelgesprek is onderdeel van het Rabo Opvolgers Perspectief, een programma voor jonge opvolgers op agrarische bedrijven. Na het vertrouwelijke gesprek over de persoonlijke kwaliteiten volgt een gesprek met de adviseur van de bank over de zogenoemde financiële scan. Dat is een analyse van de verwachte financiële gezondheid van het bedrijf ná de overname. Tenslotte is er een vijftal groepsbijeenkomsten met andere jonge ondernemers in spé.
Rabobank probeert dicht op de bal te zitten
“Het Rabobank Opvolgers Perspectief biedt de opvolgers de mogelijkheid zich in de jaren vóór de overname persoonlijk en professioneel te ontwikkelen. Het versterkt het ondernemerschap, de relatie met ons als bank en legt de basis voor een financieel goede overname, ook in relatie tot de familie”, motiveert Ruud Huirne, directeur Food & Agri Nederland bij de Rabobank. Elk jaar is in Nederland overname aan de orde bij zo’n 3% van de agrarische bedrijven.
Brug tussen overnemer en overdrager
“Met dit programma slaan we de brug tussen de overnemer en de overdrager. Beide belangen nemen we mee. We bedienen en begeleiden de ouders die afstand doen van hun grondpositie en we begeleiden en adviseren de opvolger”, ervaart Gert Bolink, manager Zakelijke Relaties bij Rabobank Randmeren. Johan Braad, account manager agribusiness in het team van Bolink: “We leren zo de potentiële bedrijfsopvolgers en hun plannen vroegtijdig kennen en we kunnen een relatie met de ondernemer opbouwen. De ondernemer wordt hier beter van, omdat we zijn plannen kunnen bespreken in een breder verband. Door het Rabo Opvolgers Perspectief zitten we vaak eerder aan tafel en kunnen we eerder meedenken over de te kiezen opzet en dus de uiteindelijke financieringsvraag.”
Richting overnamedatum werken
Het financiële vraagstuk komt aan bod als accountmanager Braad met Van Dasselaar en Netjes afzonderlijk praat over de aanstaande bespreking van de financiële scan. Beide jonge ondernemers zijn al flink aan het rekenen geslagen voor de financiële scan. Ze hebben een beeld van hoe hun bedrijf er na overname uit kan zien en van wat ze daarna willen. Voor beiden speelt het verwerven van meer grond, zodat het bedrijf kan groeien in aantal koeien en in melkproductie. Accountmanager Braad moedigt die gedachtenvorming aan en plaatst die in perspectief: “Het is belangrijk dat je eerst richting de overnamedatum werkt, maar wel weet waar je naartoe wilt nadat je het bedrijf hebt overgenomen.”
Waarde is hoog, rendement is laag
Want gedane zaken nemen geen keer. Zeker niet bij een bedrijfsovername, waarin het gaat om emoties, familieverbanden, inkomen voor de overdragers, kansen voor de overnemer. “Voor overnemers en de ouders is dit een belangrijke moment in hun leven. De ouders weten nog feilloos hoe het 30 jaar geleden was toen zij het bedrijf overnamen”, weet accountmanager Braad. “De waarde van landbouwbedrijven is hoog, maar de rentabiliteit is laag. Overnemen is dus vaak een kwestie van gunnen.” Gunnen door ouders, die echter ook ná overname een inkomen moeten hebben, gunnen door eventuele andere familieleden. Dat beseffen beide jonge ondernemers maar al te goed. Netjes zegt het zo: “Als junior mag je wel iets voor je ouders over hebben. Zij hoeven ’t nu niet meer te verdienen. Ze doen het voor jou.”