Vreugde bij veel automobilisten doordat de olieprijs in de 2e helft van 2014 met bijna 50% daalde. Volgens ING-economen is dit nieuws minder gunstig voor een aantal olieproducerende landen.
In onderstaande video legt Maarten Leen, macro-econoom bij ING, uit dat het in sommige olieproducerende landen niet ongebruikelijk is dat de olie-inkomsten 50% of meer van de totale overheidsinkomsten uitmaken. "In sommige gevallen is dit zelfs 80% of meer," aldus Leen. "Daarom moeten voor de meeste olie-exporterende landen de olieprijzen aanzienlijk hoger liggen dan het huidige niveau, willen zij de overheidsbegroting sluitend krijgen."
Financiële reserves?
Volgens Leen kunnen sterke economische resultaten in andere sectoren en een financiële buffer olieproducerende landen veerkrachtiger maken tegen fluctuerende olieprijzen. Te lage financiële reserves kunnen leiden tot overheidsbezuinigingen of flinke belastingverhogingen.
"De cijfers wijzen uit dat de economieën van Iran en Venezuela het kwetsbaarst lijken als de huidige olieprijs zo laag blijft", aldus Leen.
Winnaars en verliezers
Bij fluctuerende prijzen zullen er winnaars en verliezers zijn. Leen vermoedt dat zelfs de meer veerkrachtige olieproducerende economieën iets zullen merken van de recente verschuivingen. "Bijna alle olieproducerende landen zullen zich moeten aanpassen aan de huidige wereldwijde oliemarkt."