De Nederlandsche Bank pleit in haar ‘Visie op de structuur van de Nederlandse bankensector’ voor een divers en concurrerend bankenlandschap. Fiscale stimulansen en andere marktverstoringen die aanzetten tot een grote sectoromvang moeten verder worden afgebouwd. DNB pleit voor maatregelen die de concurrentie stimuleren en tegelijkertijd leiden tot meer druk op banken om zich te specialiseren in datgene waar zij goed in zijn.
Bijdragen aan duurzame welvaart
De structuur van de bankensector heeft grote invloed op de stabiliteit en de efficiëntie van de bancaire dienstverlening. Het begrip stabiliteit doelt hier op het vermogen van de bankensector om – zonder dat daarvoor steunoperaties noodzakelijk zijn – haar dienstverlening aan consumenten en bedrijven ook in crisistijd op peil te houden. Daarnaast, biedt een efficiënte bankensector producten en diensten aan tegen redelijke, kostendekkende tarieven. De behoeften van klanten om te lenen en sparen worden dan zo goed mogelijk ondersteund, waarmee de bankensector bijdraagt aan duurzame welvaart. Deze visie beschrijft allereerst de huidige structuur van de Nederlandse bankensector. Daarna evalueert zij de ontwikkeling hiervan met het oog op de stabiliteit en efficiëntie van de bancaire dienstverlening. Zij vormt daarmee een aanvulling op de Kabinetsvisie Nederlandse bankensector, het rapport van de commissie-Wijffels, en de DNB Visie op Toezicht 2014-2018.
Bankensector relatief groot
Een belangrijk kenmerk van de Nederlandse bankensector is de grote omvang. De sectoromvang is sinds het begin van de financiële crisis afgenomen, maar blijft zowel historisch als internationaal gezien groot in verhouding tot de economie. Dit komt deels door de verhoogde risicobereidheid in de jaren voor de crisis, die gepaard ging met een sterke groei van de bancaire kredietverlening. Hierbij hebben fiscale factoren en impliciete staatsgaranties voor systeembanken een belangrijke rol gespeeld. Het is van belang om deze verstoringen verder af te bouwen, bijvoorbeeld door het verder versoberen van de hypotheekrenteaftrek, het voortzetten van de geleidelijke afbouw van de loan-to-value limiet voor hypotheken en het vergroten van de afwikkelbaarheid van systeembanken in crisistijd.
Bankensector geconcentreerd
De Nederlandse bankensector is bovendien een van de meest geconcentreerde in Europa. Het onverhoopte faillissement van banken met een groot marktaandeel kan de stabiliteit van de bancaire dienstverlening bedreigen, terwijl een hoge marktconcentratie evenmin bevorderlijk is voor de concurrentie. Kleine banken en innovatieve toetreders staan in de concurrentie met grootbanken op achterstand. Ze hebben een beperkte schaalomvang en profiteren niet van de impliciete overheidsgaranties waarop systeembanken kunnen terugvallen. DNB is voorstander van een lagere marktconcentratie ten gunste van kleinere partijen en nieuwe toetreders. Om deze doelstelling op natuurlijke wijze te bereiken dient de concurrentie te worden vergroot. Dit kan worden bereikt door het bevorderen van markttoetreding, onder andere door (technologisch) innovatieve partijen, het terugdringen van staatsgaranties voor grote banken en het (naast het bestaande productaanbod) invoeren van standaardproducten, die voor klanten eenvoudiger op prijs vergelijkbaar zijn.
Bankenlandschap weinig divers
Voor de fusiegolf van begin jaren negentig was de bankensector relatief divers vanwege een duidelijk onderscheid tussen handelsbanken, spaarbanken en hypotheekbanken. Door fusies en overnames zijn deze scheidslijnen geleidelijk vervaagd. Door een ontwikkeling naar het universele bankmodel ontplooien banken inmiddels een breed scala aan activiteiten verspreid over meerdere sectoren en landen. Voor een individuele bank is dit soort diversificatie een effectieve manier om risico’s te beheersen. Een grotere diversiteit aan activiteiten binnen banken leidt echter tot lagere diversiteit op het niveau van de sector als geheel. Het gevolg is een grotere kans dat meerdere banken tegelijk in de problemen geraken. De maatregelen die de concurrentie stimuleren dragen ook bij aan een meer diverse bankensector, omdat banken zo meer druk ervaren om zich te specialiseren in datgene waar zij goed in zijn. Daarnaast kan worden bevorderd dat banken rekening houden met de nadelen van diversificatie, door bijvoorbeeld meer in te zetten op risicobeheer met prudente leenstandaarden, adequate buffers, en proactief debiteurenbeheer.
Buitenlandse banken in Nederland
Een opvallend kenmerk van de Nederlandse bankenmarkt is de beperkte rol van buitenlandse aanbieders. Nederland was in 2009 zelfs Europees koploper voor wat betreft de dominantie van binnenlandse spelers. Meer toetreding van buitenlandse banken tot de binnenlandse markt kan bijdragen aan het duurzaam versterken van de concurrentie, met name als deze toetreders investeren in lokale klantrelaties en zo nodig kunnen terugvallen op een financieel gezond moederbedrijf.
Nederlandse banken in het buitenland
De activiteiten van Nederlandse banken in het buitenland zijn sinds hun hoogtepunt in 2007 ongeveer gehalveerd. De invoering van de bankenunie kan Nederlandse banken stimuleren om op termijn uit te breiden naar andere landen in Europa. Gelet op de nadelen van diversificatie voor de stabiliteit van het systeem als geheel, is het wel van belang dat zulke buitenlandse activiteiten voldoende bijdragen aan de efficiëntie van de bancaire dienstverlening. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer zij operationele schaal- en synergievoordelen genereren met de bestaande activiteiten, wat kan worden bevorderd door buitenlandse activiteiten te integreren in de onderneming als geheel.
Kompas bij beoordelen toekomstige ontwikkelingen
De Europese bankenunie kan op termijn bijdragen aan grensoverschrijdende concurrentie en aan efficiëntere en stabielere bancaire dienstverlening. Gelijktijdig kan de integratie van de Europese bancaire markt leiden tot een nieuwe consolidatiegolf die de systeemrelevantie van Europese banken verder doet toenemen. Dit pleit voor het herintroduceren van een financiële-stabiliteitstoets in de Europese regelgeving voor het beoordelen van bankenfusies en -overnames. Een dergelijke toets moet in ieder geval de omvang en afwikkelbaarheid van de nieuwe fusiebank kritisch bezien.
Deze visie is geen blauwdruk voor een nieuwe sectorstructuur. Wel biedt zij een kompas dat behulpzaam is bij het beoordelen of toekomstige ontwikkelingen en beleidsvoornemens bijdragen aan stabiele en efficiënte bancaire dienstverlening. Technologische innovatie is een voorbeeld van een ontwikkeling met potentieel belangrijke gevolgen voor de sectorstructuur. Om die reden is DNB recent een themaonderzoek naar deze ontwikkeling gestart.
De beoordeling van deze sectorontwikkelingen vindt plaats binnen de context van de Europese bankenunie, al blijft voor klanten met name het Nederlandse perspectief relevant. De afbouw van de hypotheekrenteaftrek en van de loan-to-value limiet op hypotheken, het nieuwe Europese beleid voor de afwikkeling van banken, en het wetsvoorstel voor toezicht op kredietunies zijn voorbeelden van beleid dat in de goede richting koerst.