Grote banken zijn 260 miljard kwijt aan boetes

25 augustus 2015 Banken.nl 2 min. leestijd

Onderzoek van Morgan Stanley wijst uit dat de grootste banken van de VS en Europa samen tot nu toe $260 miljard kwijt zijn aan de boetes en rechtszaken die hen zijn opgelegd sinds de financiële crisis. De komende twee jaar komt daar nog zo’n $60 miljard bij.

Sinds de financiële crisis in 2008 zijn er diverse wanspraktijken in de financiële sector aan het licht gekomen. De boetes die werden opgelegd, dienden onder andere als bestraffing voor het manipuleren van rentes of wisselkoersen, en voor de malafide praktijken rondom hypotheken -zoals het geven van verkeerde, door winst gedreven adviezen.

$260 miljard boete
Volgens onderzoek van Morgan Stanley heeft de golf van boetes en rechtszaken de vijf grootste banken uit de VS en twintig grootste Europese banken samen $260 miljard gekost. Bank of America, Morgan Stanley zelf, JPMorgan, Citi en Goldman Sachs hebben samen $137 miljard van de kosten voor hun rekening moeten nemen. De Europese banken liepen tot nu toe in totaal $125 miljard aan boetes op. Volgens het onderzoek kunnen de banken nog eens $60 miljard aan boetes en kosten verwachten in de komende twee jaar, waarvan het grootste deel voor rekening van de Europese banken zal komen.

Morgan Stanley heeft tevens in kaart gebracht welke maatregelen banken hebben genomen naar aanleiding van de wanpraktijken. Niet alle banken waren hier even open over tijdens het onderzoek, waardoor veel van de vragen onbeantwoord bleven. Voor zover de onderzoekers konden ontdekken, omvatten de belangrijkste maatregelen het maken van aanpassingen van het beloningsbeleid en het vergroten van de focus op compliance.

Huw van Steenis, Managing Director van Morgan Stanley vertelt: “De boetes hebben niet alleen tot gevolg dat het eigen vermogen van de bank verminderd wordt, maar hebben ook gevolgen voor de hoeveelheid kapitaal die de bank moet aanhouden”. Maar banken spreken niet graag over hun aanpak rondom deze negatieve gevolgen. “Ons onderzoek laat zien dat er maar weinig openheid is. Er is een aantal gebieden waar een behoorlijk aantal mensen worstelden met het beantwoorden van de vragen”, besluit Van Steenis.