Sikko van Katwijk nieuwe CEO KAS BANK

17 september 2015 Banken.nl 1 min. leestijd

De Raad van Commissarissen van KAS BANK heeft het voornemen Sikko van Katwijk te benoemen tot nieuwe voorzitter van de Raad van Bestuur van KAS BANK. Hij volgt Albert Röell op, die per 1 november 2015 is benoemd tot voorzitter van de Raad van Bestuur van KPMG Nederland.

Albert Röell zal op korte termijn zijn taken en verantwoordelijkheden als voorzitter van KAS BANK neerleggen. De voorgenomen benoeming van Van Katwijk is onder het gebruikelijke voorbehoud van goedkeuring door de toezichthouder.

De Raad van Bestuur van KAS BANK zal daarmee bestaan uit Sikko van Katwijk (voorzitter en Chief Commercial Officer), Jaap Witteveen (Chief Operating Officer) en een nieuwe Chief Finance and Risk Officer (CFRO). KAS BANK verwacht binnenkort nadere mededelingen te kunnen doen over de aanstelling van een nieuwe CFRO.

Sikko van Katwijk is sinds 1 juli 2009 lid van de Raad van Bestuur en Chief Commercial Officer van KAS BANK. Van 1989 tot 2001 was hij ook al werkzaam voor KAS BANK, onder andere als hoofd Institutional Relationship Management en directeur van het kantoor van KAS BANK in Londen. Van 2001 tot aan zijn benoeming als bestuurder bij KAS BANK heeft hij verschillende internationale managementfuncties bij Citigroup Inc. bekleed.

Peter Borgdorff, voorzitter van de Raad van Commissarissen: “De Raad van Commissarissen is zeer verheugd met de voorgenomen benoeming van Sikko van Katwijk. Hij heeft een enorme kennis opgebouwd van de financiële en institutionele markt en is daarmee een uitstekende kandidaat om KAS BANK in haar strategische ambitie verder te brengen. Dat KAS BANK in 2013 en 2014 is verkozen tot beste pensioen custodian van Europa is onder zijn leiding gerealiseerd.”

“De Raad van Commissarissen is Albert Röell dankbaar voor zijn onvermoeibare inzet voor KAS BANK gedurende de afgelopen ruim 10 jaar. Onder zijn leiding heeft de bank een belangrijke transformatie doorgemaakt, die haar de huidige leidende en op groei gerichte positie in de institutionele markt heeft opgeleverd.”