De OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) dringt bij Slovenië hard aan op hervormingen. Zeker nu het totaal aan slechte leningen is opgelopen tot zeker €7 miljard (wat gelijkstaat aan 19% van de Sloveense economie), de schuld van het bedrijfsleven is opgelopen van 35% van het bbp in 2009 naar bijna 54% nu, het verkoop van kortlopend staatspapier Slovenië slechts €56 miljoen heeft opgeleverd (ipv de benodigde €100 miljoen ) en het land steeds meer rente moeten betalen voor haar leningen.
De OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) adviseert Slovenië drastisch in te grijpen in haar bankensector om te voorkomen dat Slovenië het 6de euroland wordt dat noodsteun nodig heeft om niet om te vallen. Volgens de OESO krijgt Slovenië te maken met een diepe crisis als men niet snel ingrijpt. De OESO constateert dit na een bezoek aan het land.
Wordt Slovenië het zesde euroland dat om noodsteun moet vragen? Hier maakt de financiële markt zich al een tijd zorgen over. De banken zijn afhankelijk van financiering vanuit de Europese Centrale Bank en zitten met een toename van slechte leningen die mogelijk niet meer worden afgelost.
Drastisch ingrijpen noodzakelijk
Vergaand en snel ingrijpen dat is het advies van de OESO aan de Sloveense overheid. Dit betekent concreet het herkapitaliseren van de levensvatbare banken. Het van verkopen staatsbanken. Het opdoeken van banken die te diep in de problemen zitten.
Daarnaast dienen faillissementsprocedures worden verbeterd, openheid over de resultaten van de stresstests te worden vergroot en zullen ook obligatiehouders hun verlies moeten nemen.
Slovenië heeft al een bad bank opgericht waarin de slechte delen van de banken ondergebracht moeten worden. De OESO vindt de opzet van de bad bank echter nog onduidelijk.