Rabobank en de vakorganisaties (De Unie, FNV, CNV) hebben overeenstemming bereikt over versobering van de cao tot eind 2015. Naar verwachting treedt de nieuwe cao in juli 2013 in werking. De belangrijkste afspraken zijn: afschaffing van de variabele beloning, geen algemene loonsverhoging, vervanging van het sociaal statuut door een sociaal plan en aanpassing van de pensioenregeling. Afschaffing van de variabele beloning wordt deels gecompenseerd met een loonsverhoging van 1,5 % in 2014.
Variabele beloning afgeschaft
Afschaffing van de variabele beloning illustreert dat de kritische maatschappelijke opinie over variabel belonen door bank en vakorganisaties serieus is genomen. De afschaffing van de variabele beloning wordt deels gecompenseerd. In het overgangsjaar 2013 krijgen de medewerkers een eenmalige uitkering ter hoogte van de variabele beloning bij een goed-beoordeling. In 2014 worden de salarissen met 1,5% verhoogd. Vanaf 2014 krijgt iedere medewerker een Employee Benefit Budget (EBB), waarin ook het bestaande persoonlijk budget en de waarde van de bovenwettelijke verlofuren opgaan. Het EBB is een percentage van het totale vaste inkomen en varieert afhankelijk van de functieschaal van 8% tot 16%. De medewerker ontvangt maandelijks een vast bedrag dat naar eigen wens is in te zetten, bijvoorbeeld voor extra verlofuren of extra sparen voor de pensioenopbouw.
Sociaal plan gericht op mobiliteit
Het huidig sociaal statuut wordt per 1 mei 2013 vervangen door een sociaal plan. Dit maakt het mogelijk om het verwachte verlies aan arbeidsplaatsen (ca. 6.000 tot eind 2016) zorgvuldig op te vangen. Nieuw in dit sociaal plan is de fase van ‘actieve mobiliteit’, bedoeld om boventalligheid van medewerkers zoveel mogelijk te voorkomen. In deze periode worden medewerkers in functies waarvoor grote veranderingen gaan spelen, gestimuleerd en ondersteund in het werken aan en vinden van een nieuwe baan binnen of buiten de bank. Voor de mensen die na de fase van ‘actieve mobiliteit’ toch boventallig worden, geeft het sociaal plan duidelijkheid over de begeleidingstermijn en voorwaarden voor beëindiging van het dienstverband.
Toekomstbestendig pensioen
De aanpassing van de pensioenregeling, als onderdeel van de nieuwe cao, is het resultaat van onderhandelingen met de vakorganisaties en vertegenwoordigers van de medezeggenschap, de Deelnemersraad en de Vereniging Gepensioneerden Rabobank. De nieuwe pensioenregeling gaat met terugwerkende kracht per 1 januari 2013 in. Deze regeling voldoet met een pensioenleeftijd van 67 jaar en een nagestreefd opbouwpercentage van 2,00% (is nu 2,25%) aan de nieuwe wettelijke eisen. De bestaande middelloonregeling wordt vervangen door een zogenaamde ’toegezegde bijdrage’-regeling (Collective Defined Contribution) die de kosten van de pensioenregeling voor de werkgever maximeert en boekhoudkundige risico’s voor de bank voorkomt. Jaarlijks zal de werkgever aan het Rabobank Pensioen Fonds (RPF) een pensioenpremie betalen die aan een maximum is gebonden en die geen verplichting tot mogelijke bijstorting kent. Indexatie van het pensioen voor medewerkers en gepensioneerden zal in de toekomst afhankelijk zijn van de dekkingsgraad van het pensioenfonds. Met deze regeling wordt op evenwichtige wijze recht gedaan aan zowel de belangen van jong en oud (inclusief gepensioneerden) als aan de belangen van medewerkers in verschillende salarisschalen.
De leden van de vakorganisaties zullen zich de komende weken uitspreken over de voorgenomen cao. Als op 3 mei de leden van de vakorganisaties instemmen, dan treedt de nieuwe cao voor de Rabobank per 1 juli 2013 feitelijk in werking.