Gemiddeld is een uitwonende student in Nederland €980 per maand kwijt aan onder meer huur, collegegeld en boodschappen. Dat blijkt uit recente gegevens van budgetvoorlichter Nibud. Door het wegvallen van de studiebeurs, kan stoppen met een opleiding een dure beslissing zijn, aldus de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb).
Vanaf 1 september 2015 is de basisbeurs voor studenten in het hoger onderwijs komen te vervallen. In plaats daarvan krijgen studenten die aan een opleiding beginnen de mogelijkheid om te lenen van de overheid – een zogenaamd studievoorschot. Dat verandert een hoop aan de financiële situatie van studenten die op kamers willen wonen tijdens hun studie. Het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) heeft onlangs onderzoek gedaan naar hoeveel studenten gemiddeld kwijt zijn per maand.
Gemiddeld €980 per maand
Uit de gegevens van het Nibud blijkt dat uitwonende studenten gemiddeld per maand €980 kwijt zijn. Het grootste deel van dit geld, €366 per maand, gaat op aan de huur van een kamer. Andere uitgavenposten waar studenten gemiddeld meer dan €100 per maand voor opzij moeten leggen zijn het collegegeld (€163), de dagelijkse boodschappen (€161), en – voor velen een belangrijk onderdeel van het studentenleven – uitgaan, sport en ontspanning (€144). De rest van de €980 per maand gaan op aan de zorgverzekering, vervoer, kleding en schoenen en de telefoonkosten.
Problematisch
Dat het studentenleven duur kan zijn is duidelijk. Omdat deze kosten zo hoog liggen zijn de kosten voor het maken van een verkeerde studiekeuze dus ook aanzienlijk. Volgens de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) vormt dit een serieus probleem, aangezien gemiddeld een op de drie (30% - 35%) eerstejaars stopt met zijn of haar studie. “Voor zowel voor de student als de opleiding is dit zonde. Als student wil je een goede start maken, het is een nieuwe fase in je leven waar misschien verhuizen naar een andere stad bij hoort. Als je dan moet stoppen is dat voor niemand fijn. Bovendien is het behoorlijk duur”, aldus LSVb-voorzitter Sara Spano.