Het onafhankelijke onderzoek naar de compensatie van MKB-klanten rondom het rentederivatendossier kan niet op medewerking rekenen van Deutsche Bank. Minister Dijsselbloem betreurt de volgens hem ‘onverstandige’ beslissing, maar laat weten de bank niet te kunnen dwingen om mee te werken.
Het derivatendossier is een pijnlijke kwestie geworden voor banken. De beleggingsproducten die MKB-ondernemers moesten beschermen tegen rentestijgingen op een door hen afgesloten lening, pakten negatief uit toen de rente naar een historisch dieptepunt zakte. De ondernemers zelf waren niet altijd op de hoogte van deze mogelijk negatieve uitkomst, die hen opzadelde met een hoop onverwachte kosten. Sommigen van hen kwamen hierdoor in de financiële problemen.
Nieuwe aanpak
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) kondigde onlangs aan een nieuwe aanpak te gaan hanteren voor het derivatendossier. Er zijn onafhankelijke deskundigen ingeschakeld om een compensatiekader op te stellen, en hiervoor is een onderzoek nodig in de manier waarop banken nu hun compensatie afhandelen. ABN AMRO, ING, Rabobank, SNS en Van Lanschot hebben ingestemd met het onderzoek, maar Deutsche Bank weigert hier aan mee te werken. De reden daarvoor is het relatief beperkte aantal omstreden derivaatproducten dat de bank verkocht heeft – rond de 600.
In een brief aan de Tweede Kamer laat minister Dijsselbloem van Financiën weten dat hij de keuze van de bank betreurt. Medewerking is niet verplicht, maar is volgens de bewindsman wel in het belang van de bank zelf. Hij noemt het daarom een ‘onverstandige beslissing’. Mocht de aanpak van Deutsche Bank bij het compenseren van gedupeerde klanten te ver afwijken van de aanpak van de andere banken, dan zal de minister opnieuw contact opnemen.