Stedelijke woningmarkt oververhit door snel herstel

24 november 2016 Banken.nl 3 min. leestijd

De ontwikkelingen op de huizenmarkt brengen mogelijk risico’s met zich mee voor de financiële stabiliteit. Dat zegt het Financieel Stabiliteitscomité. Met name in de vier grote steden zijn tekenen van oververhitting zichtbaar, maar ook risicovol gedrag van burgers zelf draagt bij aan het in gevaar brengen van de financiële situatie in Nederland.

Sinds het dieptepunt van de woningmarkt in juni 2013 is er een duidelijk herstel zichtbaar. Het herstel van de Nederlandse huizenmarkt kent echter grote regionale verschillen, waarbij vooral in de Randstad de woningmarkt snel aantrekt.

Het Financieel Stabiliteitscomité (FSC) heeft de ontwikkelingen op de woningmarkt onlangs besproken in een van zijn periodieke vergaderingen. Het FSC concludeert dat het snelle herstel in de vier grote steden mogelijk risico’s met zich meebrengt voor de financiële stabiliteit. Vooral in Amsterdam en Utrecht zouden tekenen van oververhitting zichtbaar zijn. De vraag in de grote steden neemt toe, maar het aanbod blijft gering. Dit uit zich vrijwel direct in een stijging van de woningprijzen in de grote steden, waar mede door inhaalvraag en lage rente steeds meer mensen willen wonen.

Het FSC zoekt oplossingen voor de oververhitting in de vorm van aanbodvergroting op de huizenmarkt en verbeteren van de werking van de vrije huursector. Om te kijken hoe deze zaken kunnen bijdragen worden momenteel onderzoeken uitgevoerd door het Centraal Planbureau en De Nederlandsche Bank naar respectievelijk middeldure huurwoningen in de vrije sector en de koopwoningmarkt in grote steden.

Wel concludeert het FSC dat het over het algemeen goed gesteld is met de betaalbaarheid van Nederlandse koopwoningen. De herstellende markt heeft nog niet geleid tot een sterke groei van de hypotheekschuld in Nederland. Loan to value-ratio’s dalen volgens het FSC gestaag, terwijl de ruimte onder de loan to income-normen niet ten volle wordt gebruikt. De kwetsbaarheid voor een eventuele terugval in economie of huizenmarkt blijft daarmee beperkt.

Het FSC maakt zich wel zorgen over het risicovolle gedrag dat sommige mensen vertonen bij de aanschaf van een woning in de grote steden. Zo worden huizen gekocht zonder financieringsvoorbehoud of bouwkundige keuring – gedrag dat volgens het FSC niet past bij een dergelijke grote aankoop – en wordt relatief vaak meer betaald dan de vraagprijs. Om die reden heeft het FSC aangegeven een nadere analyse te willen van het biedingsproces en de rol van taxateurs en makelaars daarin.

Tot slot heeft het FSC niet alleen oog voor de Randstad. Het Comité wil ook dat de situatie in krimpgebieden beter in kaart wordt gebracht, om zo inzicht te krijgen in de gevolgen van de krimp.