Het kabinet vindt een beursgang de beste optie voor het privatiseren van staatsbank ABN AMRO. Premier Mark Rutte en Minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem vinden het echter nu nog te vroeg. Volgend jaar willen zij kijken of ABN AMRO aan de gestelde voorwaarden voldoet. Het doel is uiteindelijk de hele bank te verkopen.
ABN AMRO regeert zeer positief op de plannen van het kabinet. Vakbond FNV Finance en analisten vragen zich af of de bank wel klaar is voor een beursgang en twijfelen aan de aantrekkelijkheid van ABN AMRO voor investeerders.
ABN AMRO positief over beursgang
ABN AMRO staat positief tegenover het voornemen van het kabinet om de bank op termijn naar de beurs te brengen. Een beursgang heeft ook de voorkeur van de bank zelf. Naar eigen zeggen is ABN AMRO klaar om met de voorbereidingen, die bij een beursgang horen, te beginnen. “De integratie is succesvol afgerond en we hebben de afgelopen drie jaar onze positie op vrijwel alle marktsegmenten waarin wij actief zijn, verstevigd”, aldus de ABN AMRO. De bank heeft op dit moment wel last van de recessie in Nederland. De gedefinieerde lange termijnstrategie wordt nu verder uitgerold, wat ook tot betere financiële resultaten moet leiden, aldus de eigen verwachting van de bank.
Het voornemen van een beursgang heeft voor de klanten van de bank geen gevolgen, stelt bestuursvoorzitter Gerrit Zalm. "We blijven uitvoering geven aan de ingezette lange termijnstrategie, waarbij de klant voor ons het uitgangspunt is". Daarbij hanteert ABN AMRO een gematigd risicoprofiel. ABN AMRO focust op Nederland. In het buitenland wil de bank groeien in specifieke activiteiten in een select aantal markten.
Terughoudendheid bij vakbond
Om volgend jaar opnieuw te kijken of ABN AMRO in de verkoop gedaan kan worden, is een goede zaak, vindt vakbond FNV Finance. De bank heeft zijn zaakjes, volgens de vakbond, echter nog lang niet zo op orde dat verkoop voor de bank en voor de staat interessant is.
Jan Paul Veenhuizen, bestuurder FNV Bondgenoten: “Het is belangrijk dat eerst wordt doorgegaan met het herinrichten van de bank en pas als dat proces is voltooid kan aan verkoop worden gedacht. Dan zal een verkoop ook voor een betere opbrengst voor de staat zorgen.” Ook bestuurder Carla Kiburg van FNV Bondgenoten vermoedt dat de bank over een paar jaar meer waard kan zijn, dankzij optimalisering van processen en innovatie van dienstverlening en producten. “Wellicht is dan ook meer vertrouwen in de financiële sector. Op dit moment vinden er nog allerlei reorganisaties plaats.”
Analisten zetten vraagtekens bij aantrekkelijkheid propositie
Analisten zien nog niet met welke propositie ABN AMRO naar de beurs wil. “Het is nog onduidelijk waar ABN AMRO zich op wil onderscheiden en welke groeimarkten zij voor zichzelf zien. Om dit soort groeiverwachtingen ‘in de prijs te laten lopen’ is een duidelijk verhaal, focus en propositie nodig. Daarnaast loopt ABN AMRO best kans inkomsten te verliezen bij een privatisering. De aantrekkelijkheid van het aanhouden van deposito’s bij een staatsbank komt hier immers mee te vervallen.”
In 2015 eerste mogelijkheid tot beursgang
De ministerraad heeft besloten, op voorstel van minister Dijsselbloem, dat een beursgang de beste optie is, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan: de financiële sector moet voldoende stabiel zijn, er moet voldoende interesse zijn in de markt en de onderneming moet er klaar voor zijn. Over een jaar zal het kabinet daarom opnieuw beoordelen of aan genoemde voorwaarden wordt voldaan. Indien het parlement hiermee instemt zou de eerste mogelijkheid voor een beursgang in de eerste helft van 2015 kunnen zijn. Een vijandige overname is uitgesloten, aldus Rutte en Dijsselbloem. Dat wordt in de gaten gehouden door een stichting met preferente aandelen. De stichting krijgt statutair recht om een vijandige overname tegen te houden.