Nederlandse grootbanken hebben de afgelopen jaren veel achtergestelde schuld geplaatst om daarmee hun verliesabsorberend vermogen te vergroten. Dat meldt De Nederlandsche Bank. Sinds medio 2012 is bijna €13 miljard aan achtergestelde schuld geplaatst.
Achtergestelde schuld aantrekkelijk voor Nederlandse grootbanken
Door verbeterde marktomstandigheden en veranderende Europese regels is de uitgifte van achtergestelde voor banken een aantrekkelijke wijze geworden om hun verliesabsorberend vermogen te vergroten. Achtergestelde schuldhouders vangen bij faillissement namelijk verliezen op vóór reguliere schuldhouders, maar na aandeelhouders. Vooral sinds medio 2012 is er veel achtergestelde schuld geplaatst. Rabobank haalde €6,0 miljard op, ING €4,1 miljard en ABN AMRO €2,8 miljard.
Grote behoefte aan achtergestelde schuld
De toename van de uitgifte van achtergestelde schuld is een gevolg van een combinatie van een lagere risicopremie op achtergestelde obligaties, strengere kapitaaleisen voor banken en het nieuwe Europese mechanisme waardoor beleggers moeten mee betalen bij het falen van een bank.
Vanaf 2019 gelden nieuwe kapitaalregels die strengere eisen stellen aan de kwaliteit van achtergestelde schuld. Omdat de schuld die nu uitstaat vaak niet aan deze nieuwe eisen voldoet, moeten banken nieuwe instrumenten uitgeven of huidige instrumenten omzetten, aldus de DNB.
Door de introductie van bail-in delen beleggers voortaan mee in de verliezen van een falende bank. Hierdoor stijgt de risicoperceptie onder dit type beleggers. Door meer achtergestelde schuld aan te houden, kunnen systeembanken de relatief grote groep reguliere schuldhouders, de zogenoemde senior ongedekte schuldhouders, beschermen. Volgens DNB geven meerdere Nederlandse grootbanken aan hiermee bezig te zijn.