Europese aandelen zitten weer op schema. Olivier Rudigoz, European equities portfolio manager van BNP Paribas Investment Partners, geeft zijn visie.
Hoe hard trof de eurocrisis deze beleggingsklasse?
De schade was natuurlijk aanzienlijk. Daardoor zag niemand nog de intrinsieke verdiensten van Europese aandelen. Beleggers hadden niet langer oog voor het feit dat Europese bedrijven, of meer bepaald bedrijven die om een of andere reden op Europese beurzen noteerden, niet noodzakelijk uitsluitend van de gezondheid van de Europese economie afhingen om winst te maken. Een aantal sectoren is natuurlijk van nature op het binnenland gericht zoals nutsbedrijven, telecommunicatie en banken. Maar de meeste beursgenoteerde Europese bedrijven zijn multinationals, echte wereldspelers die doorgaans een veel grotere internationale spreiding dan Japanse of Amerikaanse bedrijven hebben in sectoren zoals de gezondheidszorg, persoonlijke en huishoudgoederen en drank, maar ook chemische en kapitaalgoederen.
Werken de landen met grote structurele problemen nu aan oplossingen?
Ze hadden geen keuze. Ondanks alle politieke onzekerheid, omdat de meeste van deze corrigerende maatregelen van nature onpopulair zijn, zijn de regeringen er daadwerkelijk in geslaagd om hun economieën concurrerender te maken. Zo verbetert de concurrentiepositie van Portugal en Spanje ten koste van Noord-Europa. Het politieke risico is globaal gezien afgenomen. Een voorbeeld daarvan is de relatief beperkte impact van de Italiaanse politieke crisis in september. Inderdaad, de financiële markten negeerden al die dwaasheid. Ze zijn meer begaan met de gezondmaking van de economie en verbeterende voorwaarden waardoor de bedrijven kunnen opbloeien en weer met winst kunnen aanknopen. Dat is waar het uiteindelijk toch op aankomt.
Laten we de thema's en aandelen van naderbij bekijken. Hoe is de Europese aandelenmarkt geëvolueerd?
De laatste vijf jaar zagen we een markt die de voorkeur gaf aan multinationals, groeibedrijven en bedrijven met een goede exposure aan wereldwijde trends en de opkomende markten. Beleggers die de laatste 12 maanden naar de Europese markt terugkeerden, kozen vooral voor aandelen van bedrijven die gevoeliger waren voor de binnenlandse economie en de gevolgen van de crisis het sterkst hebben gevoeld. Dat waren in de eerste plaats banken, maar ook bedrijven in lang genegeerde sectoren zoals telecommunicatie en nutsbedrijven.
Welke sectoren zijn volgens u interessant in de eerste helft van 2014?
De Britse bankensector vermeldde ik al, maar er zijn andere voorbeelden, erg vaak markten die consolideerden omdat bedrijven die feitelijk failliet waren de markt verlieten. Neem nou Spanje. De pers liet zich erg negatief uit over Spaanse banken, maar als we de situatie van nabij bekijken stellen we vast dat Spaanse spaarbanken die voor de crisis tijdens de vastgoedboom het agressiefst uit de hoek kwamen, door de regering werden gered, herstructureerden en tot fusies werden gedwongen. Hun balansen zijn aanzienlijk gekrompen. Daardoor krijgen de overlevenden – de goede banken – het in de toekomst wellicht voor het zeggen in de markt. Ze zouden in staat moeten zijn om veel meer winst uit de Spaanse bankenmarkt te halen. Voorbeelden zijn Santander en BBVA. Ze zijn niet alleen goed gepositioneerd om te profiteren van een gunstiger klimaat in hun binnenlandse markt, maar hebben ook het voordeel van aanzienlijke geografische spreiding omdat ze in de 'speculatieve' jaren niet uitsluitend op Spanje gericht waren, maar ook in Latijns-Amerika of elders in Europa belegden.
Welke andere voorbeelden kunt u geven die deze benadering illustreren?
Een goed voorbeeld is de grote Nederlandse bankverzekeraar ING. Die ging bijna failliet in de nasleep van de financiële crisis en werd door de Nederlandse regering van de ondergang gered. Als tegenprestatie moest er een structurele wijziging komen waarbij de onderneming uit het segment van verzekeringen met lage winstmarges moest stappen en zich moest terugtrekken uit alle landen waar ze nieuwe activiteiten had opgezet en mogelijk het overzicht was kwijtgeraakt. ING legt nu opnieuw de nadruk op haar Benelux-thuismarkt, een erg vermogende regio en volgens ons een goed gestructureerde markt in termen van concurrentie. Zowel België als Nederland telt drie grote spelers in zijn bankenmarkt. Deze banken willen veeleer hun winsten maximaliseren dan marktaandeel inpikken van concurrenten. Vanuit zakelijk oogpunt handelen ze daarom rationeel. Dat is een ander voorbeeld van situaties die wij opzoeken en benutten in onze portefeuilles.
Hoe vat u tot slot de vooruitzichten voor aandelen in 2014 samen?
Hoewel voorspellingen niet tot mijn vakgebied behoren, denk ik dat de vooruitzichten goed blijven en dat er wellicht een herstel van de winstcijfers komt. Europese aandelen zijn nog altijd relatief aantrekkelijk gewaardeerd vergeleken met de waarderingen uit het verleden en alternatieve beleggingen. Volgens mij wordt het belangrijk om in hogere mate op zoek te gaan naar duurzame winstgroei, in plaats van gewoon mee te rijden met de trein van de rally. De risicorally heeft zijn beste tijd mogelijk gehad en wat we nu nodig hebben is een winstrally. Het zal er dus op aankomen om die bedrijven te selecteren met een fundamenteel sterke en duurzame winstgroei.