Martijn Morren (pragmatische generatie, 1970-1985) is relatiebeheerder Banken & Verzekeraars bij Studelta. Hij las het boek ‘nieuwe generaties in vergrijzende organisaties’ en zocht parallellen met de bankensector in een interview met de auteur: Dr. Aart Bontekoning van Generatiewerk.
Martijn: Op jouw website zag ik een interview met BNR staan, van 6 jaar geleden. Daarin zei je dat ‘mijn’ pragmatische generatie (1970-1985) zich ongewild aanpaste aan verouderde trekken in bedrijfsculturen. Wat bedoelde je daar toen mee?
Aart: “Veel van jouw generatiegenoten passen zich aan de bestaande manieren van vergaderen en besluiten aan, terwijl ze deze eigenlijk willen vernieuwen. Dus de vergadering op z’n kop zouden willen zetten. Het anders willen doen. ‘Pfff..’, zeggen ze tegen mij, ‘het gaat traag, nergens over en nergens heen’. ‘Versnel en concretiseer het’, zeg ik dan. ‘Ach, wij willen wel vernieuwen, maar de oudere collega’s niet’, is vaak de reactie. Dat checken ze echter zelden. Ik wel en dan blijkt het steeds een bizar misverstand. Met verlies aan frisheid bij jongeren en veroudering van de organisatiecultuur als gevolg. De oudere generaties herhalen verouderde routines uit gewoonte, niet omdat ze het willen. Vaak zitten zij er in gevangen. Het ongewild aanpassen door jongeren waarderen ze helemaal niet”.
Martijn: Generatie Y (1985-2000) bindt zich moeilijk aan een organisatie. Organisaties willen flink investeren in specialistische opleidingen, maar dan moeten die jongeren wel een aantal jaren blijven. Dat levert voor managers een lastig dilemma op.
Aart:“Het werk moet leuk zijn zeggen Y-jongeren vaak. Dat klinkt oppervlakkig, maar het gaat Y om een diepere klik met hun werk en hun collega’s. Ze willen de vrijheid om hun werk zelf vorm te geven, maar ook openhartige feedback van directe collega’s, om verbinding te houden en te leren. Gek genoeg wordt de vraag ‘hoe binden we Y’ vaak gesteld door managers van generatie X (1955-1970), die zelf ouders zijn van Y. Ze blijken met die kennis van thuis heel goed te weten wat ze moeten doen om Y optimaal te ondersteunen in hun ontwikkeling. Die managers, tevens ouders van Y, adviseer ik op het werk met Y net zo eigentijds samen te werken en te communiceren als thuis met hun kinderen. Dan voelt Y zich thuis ….”.
Martijn: De gemiddelde private bankier is wat ouder en de private cliënt steeds jonger. De groei in miljonairs zit vooral bij jonge ondernemers, die digitaal slim aan de weg timmeren. Hoe kan een vergrijsde private bank deze jonge klanten aantrekken?
Aart: “Voor een bank onderzocht ik wat zakelijke Y-ondernemers verwachten. Kort gezegd was het antwoord op deze vraag: dat de bank met hen meedenkt, altijd bereikbaar is voor vragen en vanuit eigentijdse vakkennis en inzicht in wat deze jonge klanten willen, op eigen initiatief met tips komen. Dat is wat deze generatie wil.”
Martijn: Hoe ziet de private bank van morgen eruit?
Aart:“Dat verken ik binnenkort met een groep ervaren rotten en jonge honden, die passie hebben voor het vak bankieren. De banken hebben de invloed van Y, maar ook de jeugdigheid van de oudere generaties nu nodig om vlot ‘bij de tijd’ te komen”.
Martijn: Je gaat onderzoeken hoe verschillende generaties binnen een familiebedrijf anders omgaan met het vermogen. Wat verwacht je te ontdekken?
Aart: “Ik verwacht dat Y vooral wil meedenken over de besteding. Dat hun ideeën serieus worden genomen en ervaren collega’s positief met hen meedenken. Ze zijn allergisch voor negatieve opmerkingen in de trant van ‘dat hebben we al geprobeerd’ of ‘ach meisje/jongetje dat lukt toch niet’. De ideeën van Y zullen meer gaan in de richting die bijdraagt aan een duurzame wereld”.
Martijn: Wat valt je het meest op bij de oudste generatie?
Aart: “Veel 60-plussers hebben een klik met energieke twintigers (Y). Veel twintigers vinden het op hun beurt fantastisch om samen te werken met ervaren rotten, die passie hebben voor hun vak. Gecombineerd hebben ze dus innovatieve potentie. Y-junioren kunnen senioren helpen om hun rijke ervaringskennis eigentijds toe te passen”.
Voor Studelta is het verbinden van generaties heel belangrijk: zij gelooft in de kracht van verbinding tussen generaties, vooral wanneer de organisatie wil veranderen. Dit komt overeen met de gedachtegang en vooral onderzoeken van Aart Bontekoning. Studelta faciliteert twee keer per jaar een workshop, gegeven door Aart en door David Bobeldijk, directeur recruitment bij Studelta. Het onderwerp van deze workshops is ‘Generaties in organisaties’. Naast het behandelen van een stukje theorie is er ook voldoende ruimte voor vragen en eigen input.