Bijna een op de drie Nederlanders met een hypotheek vindt de rente die hij of zijn daarop betaalt hoog of zeer hoog. Het blijkt hierbij voor het overgrote deel te gaan om mensen die minimaal 4% rente betalen. Ondertussen vinden iets minder dan vier van de tien Nederlandse hypotheekbezitters de rente juist laag of zeer laag te vinden, waarvan driekwart minder dan 3% rente betaalt. Dit zijn de belangrijkste bevindingen uit onderzoek dat ABN AMRO onder ruim 1200 hypotheekbezitters liet uitvoeren door Gfk.
De (hypotheek)rente bevindt zich nu al geruime tijd op een historisch laag niveau. De huidige gemiddelde hypotheekrente ligt rond de 2,3%, maar zo'n tien jaar geleden lag dit percentage nog tegen de 6%. Weinig verrassend, blijken mensen die te maken hebben met dergelijke hoge percentages vaker te vinden dat ze veel rente moeten betalen dan mensen die lagere percentages afdragen. Zo blijkt dat 83% van de mensen die vinden dat ze een (zeer) hoge rente betalen een hypotheek bezitten met een rentepercentage van 4% of meer, terwijl 74% van zij die de rente (zeer) laag vinden nog geen 3% betaalt.
De oplossing voor klagers lijkt wellicht nogal voordehand te liggen: het oversluiten van hun hypotheek. Anton Bosch, Directeur Hypotheken bij ABN AMRO, geeft aan dat dit iets te kort door de bocht is: "Kunnen we concluderen dat een deel van de hypotheekbezitters geld laat liggen als ze de optie van oversluiten niet onderzoeken? Laten we hier vooral voorzichtig in zijn. Een hypotheek is niet alleen de rente die je betaalt. Kijk ook naar eventuele nadelen van een nieuwe lening, zoals bijvoorbeeld andere voorwaarden en bijkomende kosten. Daar staat tegenover dat de rente nu inderdaad erg laag is. We sluiten niet uit dat de rente in de toekomst weer stijgt. In dat geval lopen de rentelasten voor nieuwe kopers weer op."
Met de huidige rentestand van 2,3% kan het eventueel dus lonen om de hypotheek over te sluiten, met name als de hypotheek minimaal vier jaar geleden afgesloten is. Van de hypotheekbezitters waar dit van op toepassing is, heeft 77% ook al overwogen om dit te doen. Bovendien heeft 15% dat of al eens gedaan, of is dat van plan. 16% weet nog het nog niet en 46% heeft besloten om de hypotheek niet over te sluiten. Van de groep die haar hypotheekrente juist (zeer) laag vindt, blijkt een derde (33%) al eerder over te zijn gegaan tot het oversluiten van hun lening.
Onder de mensen die deze stap ergens in de laatste twee jaar hebben gezet, waarvan zo'n 80% koos voor een hypotheek bij een andere verstrekker, worden de lagere maandlasten het vaakst genoemd (45%) als de belangrijkste reden om de hypotheek over te sluiten. Drie keer zo weinig mensen (15%) wijzen in dit verband op de overige betere voorwaarden die aan de nieuwe lening zijn verbonden. Anderzijds wijst een kwart van degenen die hun hypotheek niet willen oversluiten, er als belangrijkst reden op dat hen dit (bijna) niets oplevert. Een iets kleiner deel van deze groep (22%) zegt te worden weerhouden door de boeterente die is verbonden aan het vervroegd aflossen van de hypotheek.
Gevraagd naar hun kennis op het gebied van hypotheekproducten, geeft het overgrote deel aan minimaal op hoofdlijnen te beschikken over de juiste kennis omtrent oversluiten en de hieraan verbonden voorwaarden. Wel blijkt de vergoeding aan de bank voor het vervroegd aflossen van de hypotheek nog geregeld tot verwarring te leiden. Zo verkeert de helft ten onrechte in de veronderstelling dat je bij oversluiten altijd een vergoeding betaalt. "Een vergoeding voor een vervroegde aflossing betaal je alleen als de rente in je huidige hypotheekcontract hoger is dan je nieuwe hypotheekrente", legt Bosch uit. "Bij aflossing van de hypotheek kan de bank dat geld opnieuw uitlenen, maar tegen een lagere rente. Toch kan het lonen om over te sluiten, namelijk wanneer de lagere maandlasten de kosten (voor oversluiten) compenseren."\\\\\\\