Slecht nieuws voor nieuwkomers op de huizenmarkt, want de afgelopen vijf jaar is het aantal starters dat een woning kan financieren bijna met de helft gedaald. Dat blijkt uit onderzoek van adviesbureau IG&H. Kon in 2012 nog 29% van de alleenstaande starters nog een woning financieren, vijf jaar later was dat afgenomen tot 16%. Naar verwachting is dit in 2018 nog slechts 13%.
De Nederlandse huizenmarkt loopt eigenlijk te goed. Terwijl huiseigenaren zich waarschijnlijk in de handen wrijven bij nieuwe rapporten over de staat van de woningmarkt in Nederland, zullen starters zich steeds meer zorgen maken. Het wordt namelijk steeds moeilijker een koopwoning te financieren en het lijkt er niet op dat dit op korte termijn gaat veranderen.
“Starters hebben het moeilijk op de Nederlandse woningmarkt”, zegt Freek Jansen, manager bij IG&H. “Dit komt deels doordat de woningprijzen de afgelopen jaren flink zijn gestegen en zij door de hoge huurprijzen geen ruimte meer hebben om te sparen. Hierdoor kunnen zij steeds minder eigen geld inleggen. Daar komt bij dat de overheid extra druk op starters legt, niet alleen door leennormen aan te scherpen, maar ook door de aflossing van een hypothecaire lening verplicht te stellen.”
ECB rentebeleid
De afgelopen jaren hebben veel kopers kunnen profiteren van ongekend lage rentestanden. Waar in de jaren tachtig hypotheekrentes niet zelden boven de 10% uitkwamen, is dit de laatste jaren gedaald tot soms zelfs richting de 1%. Dit is hoofdzakelijk het gevolg van het stimuleringsbeleid van de ECB, waardoor rentes op de kapitaalmarkten ook omlaag gedoken zijn. Draghi heeft aangegeven dat hij de geldpers minder wil gaan gebruiken en dat zal weer leiden tot rentestijging. Gunstig misschien voor spaarders, maar niet voor potentiële huizenkopers.
Een stijging van de rente betekent immers dat huizenkopers minder geld kunnen lenen. Er is echter een tekort aan woningen, wat de prijzen verder opdrijft. Beschikbare financiering en vraagprijs komen dus steeds verder uiteen te liggen en met name starters zijn daar het slachtoffer van. Zij hebben bovendien geen overwaarde uit een vorig huis dat ze kunnen inzetten.
Verontrustend gevolg
Volgens IG&H zou een rentestijging tot 5% een verontrustend gevolg hebben: het aantal starters dat een huis kan financieren, zou dan verder dalen met 2 à 3%. Slechts 1 op de 10 alleenstaanden zou dan nog in staat zijn om een gemiddelde starterswoning te financieren. Dat kan nog minder worden als de huizenprijzen zo door blijven stijgen als ze nu doen.
Volgens IG&H blijkt verder dat bijna de helft (47%) van de starters financiële hulp nodig heeft. Geld lenen van de ouders is daarbij het meest gebruikelijk. “Starters die een woning kunnen financieren, zijn vaak hoogopgeleid of hebben ouders die financieel kunnen bijspringen”, zegt Jansen. “Door het kopen van een woning profiteert deze groep niet alleen van een fiscaal voordeel, maar ook van de flinke prijsstijging in de markt. Daarmee krijgen zij een voorsprong op het gebied van vermogensopbouw.”