De stijging van de huizenprijzen komt voorlopig niet tot een eind, al zullen de groeicijfers wel iets afzwakken. Dat is de verwacht van topman Klaas Knot namens De Nederlandsche Bank (DNB). Aanbod en vraag zijn onvoldoende in evenwicht. Een omslag daarin gaat volgens Knot niet op korte termijn plaatsvinden.
Alle grote banken hebben via rapporten dit jaar al melding gemaakt van de gespannen situatie op de huizenmarkt. De Nederlandsche Bank (DNB) presenteerde gisteren een rapport over de financiële stabiliteit van Nederland, met daarin specifieke aandacht voor de woningmarkt.
Inmiddels zijn de huizenprijzen gemiddeld genomen weer terug op het niveau van 2008, van voor de financiële crisis. Met de nadruk op gemiddeld, want bepaalde regio’s zijn nog niet terug op niveau. Het gemiddelde wordt vooral opgekrikt door de Randstad, daar binnen nog extra door de grote steden. Die stijging is met name het gevolg van twee zaken. Ten eerste een aanbod dat de vraag niet kan bijhouden en ten tweede de lage hypotheekrentes, waardoor mensen relatief veel kunnen lenen.
“De krapte op de Nederlandse woningmarkt neemt verder toe. Dit blijkt onder meer doordat woningen korter te koop staan en vaker boven de vraagprijs verkocht worden. Zo wordt in Amsterdam en Utrecht ongeveer 70% van de woningen boven de vraagprijs verkocht” is één van de conclusies van het rapport van DNB.
Beleggers
De stand van de huizenmarkt heeft de afgelopen jaren veel aantrekkingskracht gehad op een specifieke groep mensen: particuliere beleggers. Die groep kreeg in de figuur van prins Bernhard Jr. een gezicht, nadat in 2017 naar buiten kwam dat hij samen met wat vennoten honderden panden bezit in Amsterdam. DNB: “Opvallend is de sterke stijging van het aantal aankopen door particuliere beleggers. In de vier grote steden waren particuliere beleggers goed voor 21% van alle woningaankopen in 2017.”
Goed of slecht?
Is de huidige situatie op de woningmarkt goed? Of juist slecht? Dat hangt maar net af van het perspectief. Voor starters is het momenteel buitengewoon lastig. Vaak hebben ze weinig spaargeld, uiteraard geen overwaarde van een vorig huis en staan ze nog aan het begin van hun carrière, inclusief bijbehorend starterssalaris. Desondanks vindt DNB het geen goed idee om de hypotheeknormen voor starters te versoepelen.
Voor huizenbezitters is het overwegend positief nieuws. Niet alleen wordt hun bezit meer waard, een substantieel huizen dat tijdens de crisis onder water stond, staat dat inmiddels niet meer. Dat biedt meer ruimte om te verhuizen en daarbij hebben huizenbezitters kans om minder of geen risico-opslag meer te hoeven betalen over hun hypotheek.