Volgens een uitspraak van het loket voor financiële geschillen Kifid is de nazorgplicht van financieel adviseurs bij het afsluiten van consumptief krediet beperkt. De uitspraak is het gevolg van een consument die in de problemen kwam na renteveranderingen en meende dat de adviseur onvoldoende zou hebben gedaan om het tarief ‘redelijk en acceptabel’ te houden. Volgens het Kifid heeft de adviseur adequaat gehandeld en is het ‘niet aan de financieel adviseur om zelfstandig over het rentetarief met de bank te gaan onderhandelen’.
Zeker sinds de crisis is er veel te doen geweest over de zogeheten zorgplicht die financieel adviseurs hebben richting klanten. Consumenten die vinden dat een financieel adviseur niet in het belang van de klant gehandeld heeft kunnen zich melden bij klachteninstituut Kifid. In dit geval draait het om een zaak van consument die in 2005 een doorlopend krediet van maximaal €35.000 met een variabel rentetarief afsloot bij de Voordeelbank en daarbij financieel advies kreeg van de Hengelose financieel dienstverlener VDZ.
VDZ heeft voor het afsluiten van de kredietovereenkomst een adviserende en een bemiddelende rol gespeeld. De adviseur deed onder meer onderzoek naar de financiële situatie van de consument en of het product passend was. Het leidde in 2005 tot een ‘aanzienlijke’ renteverlaging, door het samenvoegen van verschillende bestaande leningen in dit doorlopend krediet.
De klacht van de consument nu is dat het variabele rentetarief slechts beperkt heeft meebewogen met de algemene marktrente, die zoals bekend extreem gezakt is in de laatste vijf jaar. Volgens de consument had VDZ haar belangen moeten behartigen en met de Voordeelbank moeten onderhandelen over een rentetarief dat meer in lijn lag met de marktrente. Daarvoor is volgens het Kifid regelmatig contact geweest met de adviseur, inclusief een mislukte poging tot herfinanciering in 2010. Mislukt vanwege andere kredietovereenkomsten die de consument was aangegaan, zonder advies of medeweten van VDZ. In 2016 is het doorlopend krediet omgezet in een persoonlijke lening.
Geen ingewikkeld product
De vraag waarvoor het Kifid gesteld werd door de consument is of de financieel aan zijn zorgplicht voldaan heeft. In de eerste plaats stelt het Kifid dat het advies in 2005 niet ter discussie staat. Daarbij geldt dat een consumptief krediet geen ingewikkeld product is als een hypotheek of beleggingspolis bijvoorbeeld. Omdat het beschouwd wordt als ‘niet ingewikkeld product’ wordt bij het afsluiten van een dergelijk krediet de adviseur niet in kennis gesteld van opvolgende rentewijzigingen.
Variabel rentetarief vooraf duidelijk
Het Kifid oordeelt: ‘Bij het afsluiten van de doorlopend kredietovereenkomst was het de consument duidelijk dat het rentetarief variabel zou zijn en dat de bank het tarief periodiek zou vaststellen. De periodieke wijziging van het variabele rentetarief kan geen verrassing zijn en is niet aan te merken als ‘wezenlijke verandering in de informatie’. De adviseur kan ook niet aansprakelijk worden gesteld voor door de bank gebruikte rentetarieven.“
Volgens het Kifid is dit de eerste zaak rond de zorgplicht van een tussenpersoon na het afsluiten van een doorlopend krediet met een variabele rente. Daarmee schept het een meteen een helder precedent. De mogelijkheid tot beroep staat echter nog open.