Kredietachterstanden dalen: AFM en VFN verdeeld over consumentenkrediet
De AFM heeft een nieuw rapport gepubliceerd over consumptief krediet en financiële kwetsbaarheid in Nederland. De Vereniging van Financieringsondernemingen in Nederland (VFN) reageert positief, maar toont zich in enkele aspecten ook kritisch.
Volgens het rapport van de AFM is het percentage Nederlanders met een BKR-geregistreerde kredietachterstand tussen 2019 en 2023 gedaald van 4,0% naar 2,8%. De VFN benadrukt in een reactie dat dit een daling van maar liefst 30% betekent en dat verantwoord kredietbeleid hier een cruciale rol in speelt.
De AFM wijst echter op structurele risico’s binnen bepaalde segmenten van de markt. Zo lopen jongeren en huishoudens met weinig financiële buffers relatief vaak betalingsproblemen op. Vooral zogenoemde verzendhuiskredieten (aankopen van consumenten op afbetaling bij postorderbedrijven of webwinkels) worden genoemd als risicovol. Deze kennen een achterstandspercentage van 15%.
Daarnaast constateert de toezichthouder dat betalingsproblemen vaak samengaan met bredere financiële stress, veroorzaakt door bijvoorbeeld relatiebeëindigingen of werkverlies. Ook is het lastig voor de autoriteit om kredietvormen als Buy Now, Pay Later te reguleren.
Toegang voor jongeren onder druk
Een belangrijk discussiepunt is de positie van jongeren in de kredietmarkt. De AFM concludeert dat zij een bovengemiddeld risico lopen op betalingsproblemen, wat volgens de toezichthouder vraagt om extra voorzichtigheid.
De VFN erkent deze kwetsbaarheid, maar waarschuwt dat dit niet mag leiden tot uitsluiting. De vereniging haalt hierbij de jaarlijkse cijfers van het BKR aan, dat “benadrukt dat jongeren verre van de grootste risicogroep vormen, met maar 1,2% die een betalingsachterstand had ten opzichte van de totale bevolking in 2023.”
Leennormen en vroegsignalering
Daarnaast uit de VFN kritiek op het ontbreken van aandacht voor de effectiviteit van de Leennormenmethodiek in het rapport. Volgens de organisatie vormen deze normen, die jaarlijks worden geactualiseerd, een solide basis om overkreditering te voorkomen.
De AFM noemt de methodiek wel, maar doet er geen uitspraken over. In plaats daarvan ligt de nadruk op het gebruik van monitoringtools zoals BKR Monitoring, waarmee kredietverstrekkers een waarschuwing ontvangen bij betalingsproblemen op andere kredieten van hun klanten.
Verschillen in benadering
Het rapport benadrukt dat kredietverstrekkers meer zouden kunnen doen in de beheerfase van kredieten, bijvoorbeeld door risico’s vroegtijdig te signaleren en klanten actief te benaderen bij tekenen van financiële stress.
De VFN onderschrijft het belang van preventieve maatregelen, maar wijst erop dat sommige risico’s moeilijk te voorzien zijn. Zo blijken life events zoals een echtscheiding of baanverlies vaak een belangrijke oorzaak van betalingsproblemen, benadrukt de vereniging.
Samen naar een gezonde leenmarkt
Ondanks de verschillen in benadering spreken beide partijen hun bereidheid uit om samen te werken aan een gezonde kredietmarkt. “Wij waarderen de inzichten en aanbevelingen van de AFM en beschouwen dit rapport als een waardevolle stap in de gezamenlijke inspanning om de consumptieve kredietmarkt gezond en verantwoord te houden”, aldus de VFN.
“We zullen de dialoog met de AFM en andere partijen voortzetten om te waarborgen dat consumenten optimaal worden bediend en kredietverstrekkers worden ondersteund in hun rol om verantwoorde kredietverlening te realiseren.”
De vereniging sluit af met het voornemen om de branche bij de hand te nemen. “Het stimuleren van een gezonde leenmarkt vraagt om een balans tussen toegankelijkheid en bescherming, en de VFN zal zich blijven inzetten om samen met de branche de best mogelijke voorwaarden te creëren voor een vitale en toekomstbestendige kredietmarkt in Nederland.”