De twee reuzen Deutsche Bank en Commerzbank zijn afgelopen weekend formeel gesprekken gestart over een mogelijke fusie. Gemeten naar balanstotaal zou het in één klap de op twee na grootste bank van de eurozone worden, achter BNP Paribas en Crédit Agricole. Twijfel overheerst echter alom, zowel intern als extern.
Zowel Deutsche Bank als Commerzbank hebben het al jaren structureel moeilijk. Beide banken leden zware financiële verliezen tijdens en na de kredietcrisis. Sindsdien hebben Deutsche en Commerzbank moeite om rendabel te zijn. Waar de Duitse economie als geheel goed draait en veel grote Duitse bedrijven goede resultaten boeken, blijven de banken achter. In 2018 had Deutsche een cost/income ratio van 94%, Commerzbank ook nog 86%. De grote Nederlandse banken zitten gemiddeld in de bandbreedte tussen 55% en 60%. Zakenkrant FD bespreekt vijf grote thema’s die spelen rond de mogelijke fusie.
Hogere kapitaalbuffers
De Duitse staat ziet in een ‘Deutsche Commerzbank’ een ideale partij om het Duitse bedrijfsleven nationaal en internationaal te ondersteunen. Het zou inderdaad een hele grote partij, in balanstotaal vanzelfsprekend de grootste van Duitsland en binnen de eurozone de op twee na grootste, na twee Franse banken. Het FD wijst erop dat toezichthouders echter hogere kapitaalbuffers zullen verlangen voor een fusiebank met een zeer complexe organisatie. Daarvoor zijn miljarden euro’s extra van buitenaf nodig. Bovendien is het aannemelijk dat het integratieproject lang en kostbaar gaat zijn, in een tijd waarin consumenten weinig geduld hebben en binnen enkele muisklikken elders een rekening kunnen openen.
Banenverlies
Een bank - of willekeurig welk ander bedrijf - die meer winst wil maken kan proberen de inkomsten te vergroten of de kosten te verkleinen. Een fusie vindt doorgaans plaats met als uitgangspunt efficiënter werken en vaak gaat dat ten koste van banen. Vorig jaar gaf Deutsche Bank aan in zijn eentje al duizenden banen te willen saneren. Samen met Commerzbank zullen dat er tienduizenden worden. Nu is het zo dat bij veel Duitse beursgenoteerde bedrijven de raad van commissarissen voor de helft bezet wordt door vakbondsvertegenwoordigers. Er zal heel wat water door de Rijn moeten - en ook door de Main trouwens - alvorens ze in zullen stemmen met een fusie. De zakenkrant wijst terecht op mogelijk kostbare afvloeiingsregelingen, die het middel wellicht erger dan de kwaal maken.
Twijfelende aandeelhouders
Het enthousiasme bij aandeelhouders is voorlopig nog ver te zoeken. Het FD wijst op weliswaar stijgende koersen van Commerzbank, maar bij beide banken staan de aandeelhouders op zware koersverliezen op papier. De Amerikaanse investeringsgroep Cerberus (3% aandeelhouder Commerzbank, 5% aandeelhouder Deutsche Bank) is naar verluidt inmiddels voor een fusie. Mede-aandeelhouder Blackrock twijfelt nog hevig. Ook een groep investeerders rond de voormalig emir van Qatar ziet nog niet in waarom een fusie de economische problemen zou gaan oplossen.
Weinig rendement
Die economische problemen zijn er. Al vele jaren, ondanks dat Deutsche Bank vorig jaar weer winst kon schrijven. Hierboven al aangestipt, Deutsche Bank had vorig jaar een cost/income ratio van 94%. Om een euro te verdienen moesten ze dus 94 eurocent uitgeven. Commerzbank doet het met 86% iets beter, maar Europees gezien zitten ze in de groep met geloste renners. Dat geldt ook voor het rendement op eigen vermogen. Het zorgt voor hoge financieringskosten en voor verminderd klantvertrouwen, waardoor klanten zich afvragen of ze niet beter over kunnen stappen naar een gezondere concurrent.
Opschudding thuismarkt
Als vijfde thema wijst het FD op een veranderend karakter van de Duitse bankensector door de fusie. De krant beschrijft drie pijlers waarop het Duitse bankensysteem rust: de commerciële banken (vb. Deutsche Bank, Commerzbank) , de publieke spaarbanken (vb. Sparkasse) en de coöperatieve banken met de klanten als leden (vb. Volksbank, Raiffeisenbank). Die laatste twee pijlers blijken gemiddeld gezonder te zijn dan de commerciële pijler. Hoewel gezonder als groep geldt dat niet voor alle individuele partijen. Mogelijk dat een fusie tussen de grootste commerciële banken ook zal leiden tot meer krachtenbundeling tussen met name publieke banken.