Volgens een uitspraak van klachtenloket Kifid mogen banken vrij opneembare spaarrekeningen eenzijdig opzeggen, tenminste als ze daarbij een opzegtermijn van twee maanden hanteren. Een consument met een Kapitaalmarkt Index-rekening bij ABN AMRO startte de zaak, nadat de bank aankondigde de rekening op te zeggen omdat het wegens de huidige lage rentestanden niet in staat is om de relatief hoge rente van 1,5% aan te kunnen blijven bieden. De bank zet de rekening om naar een gewone spaarrekening met 0,03% rente.
Onderwerp van discussie is een zogeheten Kapitaalmarkt Index-rekening van ABN AMRO, ook wel KMI-rekening. Die spaarrekening is begin jaren 90 van de vorige eeuw door de bank geïntroduceerd en hanteerde geen vaste rente of vooraf vastgestelde looptijd. Hoewel ABN AMRO al in 1998 - nu 21 jaar geleden - stopte met het aanbieden van de rekening, bestaan er nog steeds klanten met zo’n rekening. Immers, er was geen afsproken looptijd.
Verlieslatend product
ABN AMRO heeft de spaarvoorwaarden periodiek aangepast, meer precies in 1995, in 2010 en in 2018. Vanwege de huidige extreem lage rentestanden besloot de bank in januari van dit jaar de rekening op te zeggen, volgens de voorwaarden van het product. Per eind maart 2019 zou de rekening ophouden te bestaan en bestaande tegoeden zouden worden overgezet naar een reguliere spaarrekening. De spaarrekening is verlieslatend voor de bank en op de eigen website stelt ABN AMRO dat het verlieslatende producten niet voor langere tijd aan wil bieden. Dat is tegen het zere been van klanten en tenminste één daarvan meldt zich bij het Kifid.
Eis compensatie van €6.900. De consument stelt tegen het Kifid dat minimaal een overgangstermijn van twee jaar zou moeten gelden om een geschikt alternatief te vinden. Qua rentepercentage zal dat sowieso lastig worden, derhalve wenst de consument een schadevergoeding van €6.900, ofwel 1,5% van het opgebouwde kapitaal gerekend over twee jaar.
Alternatief voor handen
Het moge duidelijk zijn dat de bank belang heeft bij het opzeggen van de rekening, immers de bank maakte verlies op dit soort spaarrekeningen. Ook begrijpt het Kifid dat de consument belang heeft bij het in stand houden van de spaarrekening, het is immers onmogelijk elders een vergelijkbare rente te vinden. Het Kifid oordeelt echter dat de bank overeenkomstig de voorwaarden heeft gehandeld en met een opzegtermijn van twee maanden een niet onredelijke termijn heeft gesteld. Het Kifid gaat niet mee in de stelling van de consument dat meer tijd nodig is voor een alternatief. Het alternatief is er al in de vorm van een reguliere spaarrekening. Het is evident dat het alternatief minder rendabel is, maar dat is op zichzelf onvoldoende zwaarwegend om ABN AMRO terug te fluiten. Het ongemak van de consument is voor de Geschillencommissie van het Kifid onvoldoende om te concluderen dat de beëindiging van de spaarrekening en de gehanteerde opzegtermijn naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zouden zijn.