Banken zullen ook in 2020 alle zeilen bij moeten zetten om niet links en rechts te worden ingehaald. PSD2 heeft banken gedwongen tot een mentaliteitsverandering en leidt onder meer tot de opkomst van nieuwe digitale business modellen, waaronder Banking-as-a-Service (BaaS) en Banking-as-a-Platform (BaaP). In de financiële wereld is de Belg Rik Coeckelbergs een bekende als het gaat om Open Banking. Hij gaat in gesprek met Capterra - onderdeel van Gartner - nader in op de gevolgen ervan.
Het jaar 2019 ging de boeken in als het jaar waarin PSD2 in alle Europese lidstaten werd ingevoerd, voor zover dat een jaar eerder al niet gebeurd was. Nederland was één van de laatsten die de betaalrichtlijn formeel invoerde. Na enkele jaren van voorbereiding moesten ook Nederlandse banken theoretisch met de billen bloot en derden toegang verlenen tot financiële gegevens van klanten, mits laatstgenoemde daar zelf toestemming voor heeft gegeven.
Nieuwe winstmodellen
Wat men ook mag vinden van PSD2 en of de invoering nu wel of geen succes is, het markeert het einde van een eeuwenlang exclusief recht over de financiële data van klanten en een bijbehorend exclusief dienstenaanbod. Elk bedrijf dat beschikt over een PSD2-vergunning van DNB en over permissie van de consument mag voortaan beschikken over deze gegevens en op basis daarvan producten of diensten ontwikkelen. Hoewel, volgens een consultant van Enigma is het mogelijk de vergunningsplicht te omzeilen door hun licentie onderhands aan een niet-gelicentieerd bedrijf aan te bieden.
De opkomst van fintech heeft gezorgd voor veranderingen in hoe banken opereren. De wetgevende macht deed hier nog een schepje bovenop. PSD2 verplicht banken ertoe verder te kijken dan hun eigen klantkanalen, zo betoogt Rik Coeckelbergs. “Naast online bankieren en mobiel bankieren is er nu ook API-bankieren. De wet heeft banken verplicht de nodige investeringen te doen om zich open te stellen naar derde partijen voor betaalrekeningen”, zegt Rik Coeckelbergs tegenover Capterra, onderdeel van onderzoeks- en adviesbureau Gartner. “Banken zoeken nu naar de juiste winstmodellen om de gemaakte investeringen alsnog te verzilveren op de langere termijn. Voor derde partijen liggen er enorme kansen om hun contact met de klant heruit te vinden in samenwerking met financiële instellingen.”
Het zoeken naar de juiste winstmodellen vraagt om bestuurlijke visie en om flexibiliteit binnen de organisatie. Waar liggen dan de kansen? Onder meer in het indirect aanbieden van hun diensten via de platform-manier. De diensten worden als b2b aangeboden aan een derde partij, die de diensten weer aanbiedt aan de consument. Feitelijk is dat dan b2b2c. Er zijn bijvoorbeeld ook enkele neobanken die zo te werk gaan. Via het platform-model kunnen banken tegenwoordig door API’s Banking-as-a-Service (BaaS) aanbieden. Coeckelbergs: “Open Banking heeft banken leren nadenken over de kansen die APIs kunnen bieden. Banken zijn niet langer beperkt tot hun eigen verkoopkanalen en gaan soms actief op zoek naar samenwerkingen met derde partijen. Deze mentaliteitsverandering is mogelijk nog de grootste impact die Open Banking heeft in de sector.”
Voorbeelden
Capterra identificeert meerdere voorbeelden van banken die actief bezig zijn met API-bankieren. Zo noemen ze de samenwerking tussen Rabobank en handelsplatform Nxchange. Die samenwerking - onder de naam Rabo&Crowd - koppelt bedrijven aan potentiële investeerders. Een deel van de financiering verloopt via Rabobank en een deel verloopt via crowdfunding. Een ander succesvol voorbeeld van API-bankieren is terugbetaaldienst Tikkie, dat niet meer van de markt weg te denken is. Eveneens van ABN AMRO is het digitale huishoudhulpje Grip, dat financiële informatie verkrijgt uit verschillende bronnen en zodoende werkt op de manier zoals PSD2 bedoeld is. De basis is echter wel een open houding van banken als het gaat om het aanbieden van API’s en het leveren van meer maatwerk richting consumenten. Die mentaliteitsverandering is gaande, maar heeft tegelijkertijd nog een weg te gaan.