Een man die van beroep hypotheekadviseur is, stond tegen gereduceerd tarief een teamgenoot van zijn voetbalclub bij tijdens de aanvraag van een hypotheek. De adviseur meende dat financiering voor de omvorming van een bedrijfspand naar een woonpand wel zou lukken. Dat bleek in de praktijk iets anders uit te pakken. Ondertussen had de aanvrager echter al de nodige kosten gemaakt, kosten die hij wilde verhalen op de bevriende adviseur. Die betoogde weer dat hij niet als officiële adviseur handelde en daarom niet financieel verantwoordelijk kon zijn. Het Kifid moest uiteindelijk tussenbeide komen.
De eiser in kwestie had een bedrijfspand op het oog waarvan hij een woonpand wilde maken. Zijn eerste zorg was natuurlijk of hij hiervoor een hypotheek kon krijgen, voordat het hele feest überhaupt door kon gaan. Omdat hij niet zeker was van zijn zaak legde hij de vraag voor aan een bekende van zijn voetbalvereniging, die van beroep hypotheekadviseur is. Die wilde wel helpen. Niet gratis, maar hij vroeg evenmin het normale tarief wat een adviseur zou rekenen.
Positief advies
Om een bedrijfspand om te vormen tot een woonpand is een vergunning nodig. De persoon in kwestie kreeg deze vergunning, waarna de weg verder vrij leek. De adviseur had namelijk aangegeven dat hij geen problemen verwachtte bij het verstrekken van de hypotheek. Die problemen kwamen er echter wel. De inkomsten van de aanvrager waren onvoldoende om de benodigde hypotheek rond te krijgen. Omdat hij – op basis van een positief advies van zijn bekende – al de nodige investeringen had gedaan stond hij opeens met de rug tegen de muur. En daar wringt de schoen, want in welke mate is iemand die een vriendendienst verleent financieel verantwoordelijk? En was het wel een vriendendienst of was het een professionele dienst?
De man eiste bij het Kifid meerdere vormen van compensatie. In de eerste plaats een bedrag van € 25.000 gemiste verkoopopbrengst van huidige woning. Had hij die later verkocht, dan had het meer opgeleverd, kijkend naar de prijsontwikkeling in de markt. Ten tweede €10.500 borgsom voor het nieuwe pand. Ten derde € 4607,50 aan investeringen in het interieur en ten slotte €2480,50 voor het inschakelen van een ingenieursbureau voor de woonvergunning. Bij elkaar opgeteld komt dat uit op een totaalbedrag van €42.588 dat hij van de bevriende adviseur eiste, exclusief rente.
Deels aansprakelijk
De adviseur zal daar vermoedelijk wel even van wakker hebben gelegen. Hij verdedigde zich echter door te stellen dat hij niet vanuit zijn professie geholpen had, maar op informele wijze zijn hulp had toegezegd. Enkele dingen spraken in zijn nadeel: hij gebruikte zijn zakelijke emailadres, hij vroeg een financiële vergoeding (zij het een lagere dan gebruikelijk voor zulke diensten) en hij vroeg namens de eiser de hypotheek aan.
Het Kifid stelt de adviseur ten dele aansprakelijk, vooral vanwege bovenstaande details. Had hij alles gratis gedaan en vanaf zijn privé-email gecommuniceerd, dan was het waarschijnlijk anders gelopen. Het Kifid stelt hem verantwoordelijk voor een deel van de kosten die zijn ‘klant’ al gestoken had in het interieur, voor €2.500 om exact te zijn. Alle overige kosten gaat het Kifid echter niet in mee. Afgezet tegen het geëiste bedrag valt het bedrag nog relatief laag uit, al is het een leuke vakantie voor twee. Het vonnis van het Kifid vormt echter een helder signaal voor andere adviseurs die informeel hun diensten aanbieden of overwegen dat te doen.