Vanaf januari 2020 geldt de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB), een nieuwe wet met als doel flexibele arbeid minder flexibel en vaste arbeid minder vast te maken. Waar het de Wet werk en zekerheid (WWZ) niet gelukt is om de kloof tussen flexibel en vast werk te verkleinen, moet de WAB uitkomst bieden. De vraag is echter of de WAB het daadwerkelijk beter gaat doen.
Voor flexibele arbeidskrachten is de WAB mogelijk een positieve verandering. Deze wetgeving stelt namelijk dat oproepkrachten na twaalf maanden een nieuw contract aangeboden moeten krijgen met een vast aantal uren, gebaseerd op het gemiddeld aantal gewerkte uren per maand. Omdat er geen sprake is van een overgangsregeling, gaat deze wijziging voor oproepkrachten die op 1 januari 2020 al twaalf maanden in dienst waren direct in. Dat betekent dat werkgevers hun oproepkrachten inmiddels allemaal een vast contract hebben moeten aanbieden.
Daarnaast geldt vanaf 1 januari 2020 een transitievergoeding vanaf de eerste werkdag. Voorheen had een medewerker recht op een transitievergoeding als hij of zij minimaal twee jaar in dienst was. Deze wijziging pakt voornamelijk positief uit voor medewerkers met een tijdelijke arbeidsovereenkomst.
Ten slotte worden werkgevers gemotiveerd om medewerkers meer zekerheid te bieden in de vorm van vaste contracten. De WW-premie voor medewerkers met een vaste arbeidsovereenkomst is namelijk lager dan die voor uitzendkrachten, oproepkrachten en medewerkers met een tijdelijk contract. Daar staat echter tegenover dat werkgevers een werknemer vanaf 1 januari 2020 kunnen ontslaan op basis van de cumulatiegrond; een combinatie van verschillende ontslaggronden die op zichzelf niet voldoende geacht worden.
Inflexibele oplossing in continu veranderende maatschappij
De komst van de WAB leidt tot positieve geluiden van werknemers die behoefte hebben aan meer zekerheid. Werkgevers daarentegen worstelen met de implementatie en uitvoer van de nieuwe wetgeving. Daar waar voorheen flink werd ingezet op een flexibele schil van medewerkers om in te kunnen spelen op de dynamiek van de huidige economie, moeten zij nu op zoek naar een betaalbaar alternatief. De vraag heerst dan ook of de WAB wel past bij de flexibiliteit van de huidige maatschappij. Zo blijkt uit het eerste kwartaal al dat veel oproepkrachten helemaal niet zitten te wachten op een vast contract met vaste uren.
“Ik heb ervoor gekozen mijn min-max contract te behouden. Ik heb een min-max contract van 32 tot 40 uur en mijn aanbod was voor 38 uur. Mijn min-max contract geeft mij de vrijheid om makkelijker een flexdag op te nemen en daarnaast de mogelijkheid om een vrije dag op te nemen zonder dat ik hier verlofuren hoef op te nemen, zolang ik op het minimum van 32 uur per week uitkom”, aldus een medewerker van Proud Experts, de outsourcingspartner die eerder actief was als Welten Projecten.
In de financiële dienstverlening zijn de eerste panieksituaties al ontstaan. Banken en verzekeraars, die voor een groot deel afhankelijk zijn van de grillen van de economie, zien hun flexibele pool van medewerkers in één klap verdwijnen. Uitzendkrachten worden duurder, interne medewerkers minder flexibel en tijdelijke contracten minder aantrekkelijk. Daarbij worden werkgevers gedwongen om flexibele werknemers over te nemen en vaste dienstverbanden aan te bieden om verlies van kennis en ervaring te voorkomen. Ook uitzendbureaus zitten met hun handen in het haar. Randstad verloor begin 2020 al meer dan 2.500 uitzendkrachten naar aanleiding van de WAB.
Zoektocht naar toekomstbestendige flexibilisering
Waar veel organisaties in het eerste kwartaal van 2020 nog druk bezig waren met het doorvoeren van de WAB in de interne organisatie, wordt inmiddels actief gekeken naar alternatieve vormen van flexibilisering. Daarbij ligt de focus vooral op duurzaamheid, waarbij organisaties niet alleen op korte termijn maar ook in de toekomst ontzorgd willen worden.
In tegendeel tot uitzendbureaus zien outsourcingsorganisaties de WAB als unieke kans. Daar waar uitzendbureaus te maken blijven houden met de tijdigheid van werknemerscontracten, hebben outsourcingsorganisaties de mogelijkheid om medewerkers in vaste dienst te nemen zonder flexibiliteit te verliezen. Proud Experts, een Business Process Outsourcing (BPO) organisatie gericht op financiële dienstverlening, speelt hier optimaal op in.
“Onze oplossing om toch de broodnodige flexibilisering te kunnen bieden aan onze opdrachtgevers is het multi-skilled opleiden van onze mensen zodat bijvoorbeeld een Hypotheekacceptant ook CDD/KYC klantonderzoeken kan doen. We kunnen deze specialisten dan blenden tussen werksoorten bij één opdrachtgever. Daarnaast kunnen we onze specialisten inzetten bij verschillende opdrachtgevers die hun dienstverlening aan ons uitbesteden. Hiermee halen we maximale flexibiliteit met behoud van kwaliteit, waarmee onze klanten, voornamelijk financials als banken, verzekeraars en intermediairs, heel content zijn”, aldus Michiel Koopman, Algemeen Directeur van Proud Experts.
Bewezen oplossing voor de WAB problematiek
De meerwaarde van een BPO organisatie als Proud Experts is in het eerste kwartaal van 2020 naar eigen zeggen meteen al zichtbaar. De uitbraak van het COVID-19 virus in Nederland laat zien hoe kwetsbaar de continuïteit van dienstverlening van organisaties kan zijn. Met een uitval van momenteel meer dan een derde van de medewerkers, staan financiële dienstverleners in een paar dagen tijd voor een enorme capaciteitsuitdaging zonder terug te kunnen vallen op flexibel personeel.
Ondanks dat de huidige situatie eerder uitzondering betreft dan regel, schetst deze wel hoe veranderlijk de huidige maatschappij kan zijn. Proud Experts biedt daarom juist in onzekere tijden stabiliteit. Door flexibiliteit in te richten binnen de muren van één organisatie, biedt Proud Experts een toekomstbestendige oplossing voor de WAB problematiek. Zo weten niet alleen werknemers waar zij aan toe zijn, maar hebben ook financiële dienstverleners een betrouwbaar vangnet.